P3Les20 01-04 Resumen Unidad 2

BIENVENIDOS
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

La planificación de esta semana
El lunes: repetir la gramática de unidad 1

El miércoles: practicar con los tiempos verbales

El jueves: repetir la gramática de unidad 2

Slide 2 - Slide

La planificación de hoy
Repetir la gramática de unidad 2
Hace un ejercicio
Practicar con verbuja

Slide 3 - Slide

Gente joven 3 Unidad 2
Resumen

Slide 4 - Slide

Los tiempos verbales
Presente, Perfecto, Indefinido, Imperfecto

We hebben in de les geoefend met deze vier tijden. Waneer gebruik je ze en hoe vervoegd je ze in het Spaans. Dit hoofdstuk gaat vooral over het verschil tussen de indefinido en de imperfecto.

In de les zijn papieren met oefeningen uitgedeeld. Neem de tijd om deze te maken. Dit zal je erg helpen de grammatica te snappen. Volgend jaar komt dit goed van pas bij bijvoorbeeld het schrijfexamen. 

Slide 5 - Slide

El pretérito indefinido
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden. 

ayer fue a Málaga.
gisteren ging ik naar Madrid

Slide 6 - Slide

El pretérito indefinido
Wordt gebruikt voor een afgesloten periode in het verleden
Signaalwoorden: 

Ayer 
a los 5 años
en 2009
la semana pasada

Hemos aprendido en gente joven 2 unidad 2

Slide 7 - Slide

El pretérito indefinido: verbos regulares

Slide 8 - Slide

El pretérito indefinido: verbos irregulares

Slide 9 - Slide

El pretérito imperfecto
voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.

voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.

Slide 10 - Slide

El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto. 

Slide 11 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos regulares

Slide 12 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos irregulares
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto
:

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Op een anekdote reageren
Kijk naar de voorbeelden op pagina 30 het gele gedeelte op welke manieren je kunt reageren op iets dat iemand vertelt.



Slide 15 - Slide

Structuur geven aan een verhaal
Om te beginnen:
- Una vez, Era el lunes, El otro día
Wat er toen gebeurde:
- (Y) entonces, (Y) de pronto, (Y ) de repente
Om af te sluiten:
- Al final (ten slotte), Total que (kortom) , O sea que (oftewel/dus)

Slide 16 - Slide

Imperfecto de estar + gerundio
Estaba       
Estabas
Estaba                 estudiando
Estábamos        comiendo
Estabais             durmiendo (onregelmatig)
Estaban

Slide 17 - Slide

Voorbeeld:
Ernesto estaba estudiando en su habitación cuando oyó un ruido en el comedor.

Ernesto was aan het studeren in zijn kamer toen hij een lawaai hoorde in de eetkamer.

Slide 18 - Slide

Pasar y pasar(le)
Hoef je niet actief te beheersen. Het is wel handig dat je snapt wat hier gebeurt. 

Slide 19 - Slide

Adverbios en mente
Een bijwoord vorm je met: 
de vrouwlijke vorm van het bijvoeglijknaamwoord + mente

- rápida           rápidamente
- completa    completamente
- fácil               facilmente
- total              totalmente

Slide 20 - Slide

Schema página 103

Leer goed de signaalwoorden van de verschillende tijden.
Je moet de perfecto, indefinido en imperfecto goed uit elkaar kunnen houden.  

Slide 21 - Slide

Tekstboek página 23 número 1
Lee el texto y contesta a las preguntas

Slide 22 - Slide

Tekstboek página 23 número 1

Slide 23 - Slide

Ga naar verbuga español

Slide 24 - Slide

Stel de volgende tijden in
Pretérito perfecto
Pretérito indefinido
Pretérito imperfecto

Slide 25 - Slide

Kies voor de volgende werkwoorden
ir 
hacer
querer                                 
ver
hablar
vivir
levantarse

Slide 26 - Slide

El resto del tiempo
Gebruik de rest van de tijd om je achterstanden bij te werken. 
Doorloop de lessen van lessonUp die gaan over unidad 2 en kijk welke opdrachten je nog niet gemaakt hebt. 

Misschien heb je nog niet alle opdrachten ingeleverd. 

Heb je alles af, begin dan met het leren van de toets .

Slide 27 - Slide

Mucha suerte con la preparación del examen

Slide 28 - Slide

Hasta la próxima vez

Slide 29 - Slide