4.4 De Macht Van Vorsten (Deel 2)

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 
Paragraaf 4.4 (Deel 2)
De macht van vorsten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 
Paragraaf 4.4 (Deel 2)
De macht van vorsten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten (koningen) machtiger werden.

- hoe vorsten samenwerkten met de drie standen.

- hoe Duitse koningen minder machtig bleven.

Slide 3 - Slide

Geschiedenis
Drie Vorsten
Vorst of Vorsten is een ander woord voor;

Koning of Koningen 

Frankrijk: Koning Lodewijk IX


Slide 4 - Slide

Geschiedenis

Drie Vorsten
De koningen werden steeds machtiger en rijker. Dit had te maken met de opkomst van steden;

  • Verkochten stadsrechten
  • Verdienden veel geld aan belastingen


Koninklijk paleis in Parijs (geschilderd rond 1412)

Slide 5 - Slide

Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?
A
Geld
B
Stadsrechten
C
Grond
D
Voedsel

Slide 6 - Quiz

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Dit geld gaf de Franse vorst uit aan;
  • Ambtenaren =
Mensen in dienst van de koning die helpt bij het besturen

  • Een eigen leger=
  • Vanaf 1337 verovert Engeland grote delen van Frankrijk ->


Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

Slide 7 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten wetten voor het hele land
  • Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten

Bijvoorbeeld: De wetten die gelden voor Frankrijk zijn belangrijker dan de weten in Parijs


Slide 8 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur

  • Dit noemen we staatsvorming


Slide 9 - Slide

Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Oude situatie:
Elke stad eigen regels

Slide 10 - Slide

Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Nieuwe situatie:
Zelfde regels in het hele land
Staatsvorming

Slide 11 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Centralisatie 
Net als bij 112 wilden koningen alles centraal gaan regelen;
  • Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen
  • Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad
  • Dit besturen vanuit één centrale plek is centralisatie

Slide 12 - Slide

Nederland
Vroeger was Nederland geen koninkrijk
Rond 1400 waren de hertogen van Bourgondië hier de baas
Zij regeerden over 17 provincies, oftewel gewesten
Dit gebied werd de Nederlanden of Lage landen genoemd
Het gebied van de Bourgondiërs (Bourgondië + de 17 gewesten)

Slide 13 - Slide

Derde Stand
Voor het geld wat zij betaalden kregen burgers stadsrechten. 

Daarnaast wilden zij inspraak hebben. 
Inspraak= Hun mening geven als een vorst een besluit nam. 

Vergelijk het met de leerlingenraad op school. 
Jullie willen ook bepalen wat er op school gebeurd toch?

Slide 14 - Slide

Duitsland
In Duitsland had de koning weinig macht
Hij werd gekozen worden door hoge edelen en geestelijken
Deze edelen en geestelijken hadden dus eigenlijk meer macht dan de koning

Slide 15 - Slide

Frankrijk en Engeland
In Frankrijk en Engeland had de koning meer te vertellen
Daar was de titel namelijk erfelijk
Samen met de steden kon de koning leenmannen verslaan
Hierdoor kregen de Franse en Engelse koning meer macht
Dat het koningschap erfelijk was betekent dat de zoon van de koning de nieuwe koning wordt. Hij hoeft dus niet gekozen te worden.

Slide 16 - Slide

Staten-Generaal
De derde stand (burgers in een stad) werd in de steden erg rijk en belangrijk
De koning moest hen soms om advies of geld vragen
Hiervoor riep hij alle standen bij elkaar voor een vergadering
Deze vergadering werd de Staten-Generaal (is er nog steeds)

In Engeland heet dat het parlement (is er ook nog)
Staten = standen
Generaal = algemeen
Staten-Generaal = een algemene vergadering van alle standen

Slide 17 - Slide

Tweede kamer
Eerste kamer
Samen de Staten Generaal

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Begrippen uit deze les
  • Inspraak
  • Derde Stand
  • Parlement
  • Staten Generaal

Slide 21 - Slide

Huiswerk
4.4 De macht van vorsten
Vraag 5 en 6

Slide 22 - Slide