Mask criminaliteit oorzaken

Criminaliteit 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Criminaliteit 

Slide 1 - Slide

Tijdsgebonden 

Slide 2 - Slide

plaatsgebonden 

Slide 3 - Slide



Materiële en immateriële schade

Slide 4 - Slide

Waarom wordt iemand crimineel?
Er zijn 2 oorzaken:

Individuele oorzaken: de eigenschappen van een persoon. 
Hoe komt het dat de één crimineel wordt en de ander niet?

Maatschappelijke oorzaken: de dingen die door de maatschappij komen.
Hoe komt het dat men in de ene stad/land meer criminaliteit heeft dan een andere stad?

Slide 5 - Slide

Individuele oorzaken van criminaliteit:





Criminaliteit is aangeboren (achterhaalde visie)

Gebrekkige opvoeding

Gedragsproblemen en psychische problemen


Slide 6 - Slide

Individuele oorzaken van criminaliteit:



Sterke groepsdruk (status)

Problematisch drugsgebruik

Persoonlijkheidskenmerken

Slide 7 - Slide

Maatschappelijke oorzaken




Slechte levensomstandigheden

Minder sociale controle: anonieme samenleving 

Kleine pakkans: gelegenheid maakt de dief 


Slide 8 - Slide




Minder besef van waarden en normen

Gebrek aan maatschappelijke bindingen

Slide 9 - Slide

Een ander woord voor strafbaar feit noem je een
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 10 - Quiz

Wat is een individuele oorzaak om crimineel te worden?
A
Slechte levensomstandigheden
B
Anonieme samenleving
C
eens een dief altijd een dief
D
Gedrags- en psychische problemen

Slide 11 - Quiz

Recidive betekent:
A
Helpen van verdachten om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen
B
Iemand valt na een veroordeling terug in crimineel gedrag
C
Hard aanpakken van criminelen
D
Voorkomen van crimineel gedrag

Slide 12 - Quiz

Een voorbeeld van tijdgebonden criminaliteit
A
Vroeger was overspel strafbaar
B
in andere landen is de doodstraf toegestaan
C
in Amsterdam worden meer fietsen gestolen

Slide 13 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van zware criminaliteit?
A
Moord
B
Gewapende overval
C
mensenhandel
D
Fietsendiefstal

Slide 14 - Quiz

Wie plegen met name de delicten die vallen onder veel voorkomende criminaliteit?
A
Jongeren tussen de 16 en 23 jaar
B
Jongeren tussen de 18 en 25 jaar
C
Personen met een migratieachtergrond
D
Mensen van 50+

Slide 15 - Quiz

Als er minder sociale controle is dan is de pakkans:
A
Groter
B
Kleiner

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Een leuk leven
B
Gezondheid
C
Veel geld
D
Opstaan voor een oud vrouwtje in de bus

Slide 17 - Quiz

Sociale controle is groter in
A
een dorp
B
de stad

Slide 18 - Quiz

De mens is zondig is een:
A
individuele oorzaak van criminaliteit
B
maatschappelijke oorzaak van criminaliteit
C
Christelijke visie op criminaliteit

Slide 19 - Quiz

Na een overval op onze school durft Klaas niet meer naar school. Dit is een voorbeeld van:
A
Immateriële gevolgen van criminaliteit
B
Materiele gevolgen van criminaliteit

Slide 20 - Quiz

Wat zijn immateriële gevolgen?
A
schade aan auto's
B
schade aan huizen
C
gevoel van angst en onveiligheid

Slide 21 - Quiz

Problematisch drugsgebruik is een
A
individuele oorzaak van criminaliteit
B
maatschappelijke oorzaak van criminaliteit
C
Christelijke visie op criminaliteit

Slide 22 - Quiz

Anita moet een nieuwe portemonnee kopen omdat haar vorige is gestolen. Dit is een voorbeeld van:
A
Materiele gevolgen van criminaliteit
B
Immateriële gevolgen van criminaliteit

Slide 23 - Quiz

Criminaliteit is een tijd- en plaatsgebonden begrip.
Wat is een voorbeeld van criminaliteit als plaatsgebonden begrip?
A
In grote steden vindt meer criminaliteit plaats dan in dorpen.
B
In Nederland worden jaarlijks meer fietsen gestolen dan in Noorwegen.
C
In veel landen is abortus verboden, in Nederland niet.
D
Vroeger was prostitutie in Nederland verboden, nu niet meer.

Slide 24 - Quiz

Gebrek aan maatschappelijke bindingen is een
A
individuele oorzaak van criminaliteit
B
maatschappelijke oorzaak van criminaliteit
C
Christelijke visie op criminaliteit

Slide 25 - Quiz