5.1 en 5.2 samen T3B

5.1 communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel (=medium)
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.1 communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel (=medium)

Slide 1 - Slide

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
                        Medium
een middel om te communiceren

Belangrijkste communicatiemiddelen 
noemen we media

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Non-verbaal of verbaal
Zonder woorden/met woorden
Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.

Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie
Non-verbaal of verbaal
Zonder woorden/met woorden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

non verbaal

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eenzijdig of tweezijdig
  • Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

  • Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger
EENZIJDIG OF TWEEZIJDIG

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

           PERSOONLIJK OF MASSAAL

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is verbale communicatie?
A
Communicatie met woorden
B
Communicatie met handgebaren
C
Communicatie met oogcontact
D
Communicatie met lichaamstaal

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeelden van non-verbale communicatie is:
A
kletsen
B
zwaaien
C
email schrijven
D
appje beantwoorden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is communicatie?
A
Het doorgeven van informatie
B
Het doorgeven en ontvangen van informatie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

5.2 verschillende soorten media 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de media?
  • ​Kranten en tijdschriften
  • Televisie en Radio ​
  • internet

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

aanslag op koninginnedag 2009

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Populaire kranten
Kwaliteitskranten
Wie leest ze?
(doelgroep)
Wat staat erin?
Kranten
Opmaak
  • alle lagen van de bevolking
  • hogere sociale klassen         (mensen met een hoge opleiding en hoog inkomen)
  • nadruk op sensationeel nieuws, sport, criminaliteit en shownieuws. 
  • uitgebreide achtergrondinformatie, politiek en economisch nieuws. 
  • AD
  • Telegraaf

  • Trouw
  • Volkskrant
  • NRC (Handelsblad)
  • Grote foto’s, koppen met grote letters boven een artikel, sensationeel nieuws, gemakkelijker taalgebruik  
  • ‘Saaie’ opmaak, minder foto’s, meer tekst, serieus, ingewikkelder taalgebruik. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

  TIJDSCHRIFTEN
   ... Worden gemaakt voor een doelgroep
   ... Verschijnen niet elke dag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Televisie 
Televisie wordt uitgezonden door omroepen.
Omroepen: organisaties die via de radio en televisie informatie uitzenden naar een groot publiek. 
Er zijn Publieke en Commerciële omroepen
TV

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Commerciële omroep:

  • Doel: geld verdienen
  • Verkopen zendtijd aan bedrijven
  • Zenden reclame uit  tijdens de programma's
  • Letten vooral op de kijkcijfers 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

SBS Broadcasting
SBS 6
SBS 9
NET 5
Veronica
RTL Group
RTL 4
RTL 5
RTL 7
RTL 8
RTL Z

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Publieke omroepen

  • NPO 1, 2 en 3
  • Moeten zich houden aan de Mediawet
  • Betaald uit reclameopbrengsten en belastinggeld (van de overheid)
  • Ze moeten een pluriform aanbod hebben: voor ieder wat wils. 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

MEDIAWET
Wat staat er in de MEDIAWET?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


On demand

  • Op verzoek/ op aanvraag
  • Meestal weinig tot geen reclame
  • Waarom zouden mensen nog tv kijken als je het ook via internet kunt kijken wanneer het jou uitkomt?



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kranten die uit zijn op sensatie en grote letters gebruiken noemen we...
A
Populaire kranten
B
Kwaliteitskranten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De Telegraaf is een voorbeeld
van een ... krant
A
Kwaliteitskranten
B
Populaire kranten

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De Volkskrant is een
A
kwaliteitskrant
B
opinietijdschrift
C
populaire krant
D
nieuwstijdschrift

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke omroep wordt betaald door de overheid?
A
Publieke omroep
B
Commerciële omroep

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke omroep hoort er NIET bij?
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In de Mediawet staat dat publieke omroepen geen reclamebreak mogen hebben tijdens een programma hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

SBS 6 is een:
A
Betaal zender
B
Commerciele zender
C
Publieke omroep
D
Nieuws aflevering

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions