H2H Periode 4

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Woordenschat
Rijmende uitdrukkingen

Slide 2 - Slide

Spreekwoorden!

Slide 3 - Slide

Wat zijn rijmende uitdrukkingen?
Een vorm van spreekwoorden/uitdrukkingen.

Kenmerk: deze woorden rijmen:
  • Beginrijm/alliteratie (voor dag en dauw).
  • Eindrijm (met hand en tand verdedigen).



Slide 4 - Slide

Wat zijn rijmende uitdrukkingen?
Ook langere spreekwoorden of uitdrukkingen vallen hieronder:

Baat het niet, dan schaadt het niet.
Een ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.

Slide 5 - Slide

Wat zijn rijmende uitdrukkingen?
Let op:

De volgorde van de woordparen staat vast
Je zegt met hand en tand.
Je zegt nooit met tand en hand.

Slide 6 - Slide

Welke rijmende uitdrukking is dit?

Slide 7 - Open question

Opdrachten


Maak opdrachten 1, 2 en 3 op bladzijde 114 en 115.
Leerlingen die thuiswerken, maken de opdrachten online in de methode omgeving.

Slide 8 - Slide

Opdrachten


Maak opdrachten 4 en 5 op bladzijde 116 en 117.
Leerlingen die thuiswerken, maken de opdrachten online in de methode omgeving.

Slide 9 - Slide

Formuleren
Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen.

Slide 10 - Slide

De theorie
Formuleren: het draait om het formuleren van zinnen op zo'n manier dat zinnen en teksten prettig lezen.


Hoofdstuk 4: Een zin waarin woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan, leest makkelijker.

Slide 11 - Slide

Een paar tips, tip 1

Zet een lidwoord ook daadwerkelijk bij het zelfstandig naamwoord  waar het bij hoort.


Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Niet
Een uitzonderlijk goed betaald en bij het grote publiek bekend model noemen we ook wel een supermodel.

Wel:
Een model dat uitzonderlijk goed betaald wordt en bij het grote publiek bekend is, noemen we ook wel een supermodel.

Slide 13 - Slide

Tip 2

Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 
Niet:
Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld voldoen.

Wel:
Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, maar ze voldoen waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld.

Slide 15 - Slide

Tip 3

Zet de persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de ander werkwoorden van het gezegde.

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Niet:
Een model kan vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen afgewezen worden.

Wel:
Een model kan afgewezen worden vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen.

Slide 17 - Slide

Tip 4

Spits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Niet:
Denk je dat Marie het zware modellenbestaan vol zal kunnen houden?

Wel:
Denk je dat Marie het zware modellenbestaan zal kunnen volhouden?

Slide 19 - Slide

Opdrachten


Maak opdrachten 1, 2 en 4 op bladzijde 122 en 123.

Slide 20 - Slide