Pincode Hoofdstuk 5 oefen toets

Pincode Hoofdstuk 5
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pincode Hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Als je deze toets maakt en alle vragen begrijpt en goed antwoord haal je een 10 op de toets!

Slide 2 - Slide

Noteer de betekenis van het begrip sociale invloed

Slide 3 - Open question

Kies het juiste woord.
Bij alles wat je koopt word je beïnvloed. De invloed van vrienden, familie en bekenden noem je commerciële / sociale invloed.

Slide 4 - Open question

Bij de bakker zie je een bord met de volgende aanbieding: Op alle broden 15% korting. Een volkoren brood kost normaal € 3,60. Hoeveel euro korting ontvang je?
A
€ 0,18
B
€ 0,90
C
€ 0,54
D
€ 1,80

Slide 5 - Quiz

Noem een voordeel van een webwinkel voor de klant.

Slide 6 - Open question

Neem de nummers 1 tot en met 4 over. Noteer per zin of die gaat over vraag of aanbod.

Slide 7 - Open question

KADER:
Kies de juiste woorden.
Op een markt kan het aanbod van producten meer stijgen dan de vraag.
Dan ontstaat er een (1) overschot / tekort aan producten.
De prijzen gaan dan (2) dalen / stijgen.


Slide 8 - Open question

Een winkelier probeert de inkoopprijs van producten zo laag mogelijk te houden. Leg uit waarom dat gunstig kan zijn voor zijn verkoop.



Slide 9 - Open question

Jops boekenwinkel koopt een boek in voor € 4,35 per stuk. Het boek wordt verkocht met een brutowinstopslag van € 5,64.
Bereken de verkoopprijs.



Slide 10 - Open question

Vul het juiste woord in.
Winkeliers en fabrikanten vragen aandacht voor hun producten door middel van …………… .

Slide 11 - Open question

Leg uit waarom elke producent aan marketing doet.

Slide 12 - Open question

Kies de juiste antwoorden.
Btw is een belasting / premie die je betaalt over alles wat je koopt. Over de meeste producten betaal je 9% / 21% btw.


Slide 13 - Open question

Je koopt een doosje Lego. Bij het afrekenen krijg je de kassabon hiernaast.
Vul de juiste bedragen en woorden in.

Voor het doosje Lego heb je € …(1)… betaald. Het bedrag van € …(2)… is voor de winkelier. Het bedrag van € 2,94 moet de winkelier afdragen aan de …(3)… .
De Speelboom

1 Lego € 16,95
_______
Totaal € 16,95

€ 14,01
btw € 2,94


Slide 14 - Open question


Kantoorboekhandel Grinslo stelt de verkoopprijs van printpapier vast op € 2,80 per pak. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs van een pak printpapier.

Slide 15 - Open question

Mika koopt een padelracket. Hij betaalt daar € 39,00 voor. De btw is € 8,19.
Bereken de prijs exclusief btw.


Slide 16 - Open question

Kader
Thomas koopt groente en fruit. Hij betaalt daar € 9,80 voor. De btw is 9%.
Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 17 - Open question

Noteer de betekenis van het begrip inkoopwaarde.

Slide 18 - Open question

Op een dag verkoopt Nouri voor € 810 aan producten. De goederen zijn ingekocht voor € 425.
Bereken de brutowinst.


Slide 19 - Open question

Alex heeft een brutowinst van € 485. Voor de huur van een marktkraam betaalt Alex € 76,50. De kosten van een staanplaats op de markt zijn € 85. De kosten voor vervoer zijn € 42,50.
Bereken de nettowinst.

Slide 20 - Open question