Hoorcollegeles Paragraaf 2.2

Het Romeinse Rijk
Paragraaf 2.2

Samenleving en cultuur
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk
Paragraaf 2.2

Samenleving en cultuur

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige stof 2.2
1. Introductieles 2.2 Lessonup

2. Opdracht Romeinse Goden

3. Opdracht Brood en Spelen

Slide 2 - Slide

Nakijken opdrachten
Antwoorden van gemaakte opdrachten
komen online tijdens jullie LessonUp les!
(de gele blokjes in je rooster)

Je kijkt die lessen dan je opdrachten na!

Slide 3 - Slide

Vandaag:
Voortborduren op 2.2

Lezen handboek + voorbeelden, uitleg, verhalen en beeldvorming

Slide 4 - Slide

Lezen:
Pagina 22/23 van het tekstboek

Kopje: Arm en Rijk

Slide 5 - Slide

De romeinse samenleving
In het Romeinse Rijk waren er grote verschillen tussen groepen mensen:

Rijke mensen hadden een goed leven in luxe woningen en waren een kleine groep mensen.

De meeste mensen hadden het minder goed of juist slecht, de armen woonden in hutjes en de meeste mensen woonden in flatgebouwen.

Slide 6 - Slide

Patriciers
  • Rijke Romeinen
  • Regerende laag
  • Rechten en inspraak regeren

Woonden in grote villa's en hielden slaven

VB Patriciërs: Julius Caesar, Augustus  etc.




Slide 7 - Slide

De Plebejers
  • Arme Romeinen
  • Weinig inspraak regeren
  • Werden wel poltiek vertegenwoordigd
  • Vaak boeren of middenklasse in stad

Woonden op boerderijen of Insulae  ------------->





Slide 8 - Slide

Vrijgemaakten / Soldaten
  • Slaven die vrijgelaten zijn door eigenaar
  • Werden vaak handelaar of gingen een ambacht
       uitoefenen

Soldaten stonden even hoog, volgden generaal
en na diensttijd van 40 jaar kregen zij land van de regering.

Woonden ook in insulae of armoedige hutjes

Slide 9 - Slide

Slavernij in het Romeinse Rijk
  • Romeinse slavernij was niet op ras gebaseerd.
  • Vaak in oorlog tot slaaf gemaakt of geboren als slaaf.
  • Bouwden gebouwen, werkten in mijnen etc.
  • Werden dus slecht behandeld.

Werkten echter ook als huisslaven, dus schoonmaken en
voor kinderen zorgen etc.

1 op de 10 in het Romeinse rijk was zo'n slaaf...
Een klein deel maar werd niet slecht behandeld...
--> geletterde slaven voor onderwijs

Slide 10 - Slide

Lezen:
Pagina 22/23 van het tekstboek

Kopje: Werk

Slide 11 - Slide

De romeinse economie
Nijverheid: Het maken van producten

Voorbeelden: Werken als smit, kleermaker of pottenbakker.


Deze producten worden over het hele rijk verplaats en verkocht.
Er is dus veel handel.

Iedereen in het rijk gebruikt Romeinse munten om elkaar te betalen.



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lezen:
Pagina 22/23 van het tekstboek

Kopje: Culturen

Slide 14 - Slide

Romeins multiculturalisme
Net zoals Nederland had het Romeinse Rijk een multiculturele samenleving
(samenleving met meerdere culturen)

Echter was deze samenleving velen malen diverser...


De romeinen waren tolerant voor andere culturen,
ook al vonden zij sommigen barbaars vergeleken met hun
eigen.

Barbarus in het latijn: onbeschaafde mensen

Slide 15 - Slide

Grieks-Romeinse cultuur
De romeinen waren geobsedeerd met alles wat Grieks was.

De romeinse en griekse cultuur vermengen tot de Grieks-Romeinse cultuur.
(gemende cultuur van Grieken en Romeinen in het romeinse rijk)



Slide 16 - Slide

Lezen:
Pagina 22/23 van het tekstboek

Kopje: Godsdienst

Slide 17 - Slide

Geloof in het Romeinse Rijk
Het romeinse geloof bestond uit erg veel goden.
De belangrijkste was Jupiter, de oppergod.

Wilde je werken voor Rome? dan moest je in
zijn goden geloven.

Er was een staatsgodsdienst


Slide 18 - Slide

Tolerantie van geloof
In het Rijk mocht iedereen zijn/haar eigen goden vereren.

Er was geen geloofsvrijheid! Het werd alleen geaccepteerd door de bevolking.


Niet bidden in tempels, maar thuis bij je altaar ----------->
(een lararium)

Slide 19 - Slide

De uitzondering...
Er was echter een geloof die niet geaccepteerd werd in het Romeinse Rijk, maar daar leren jullie over in de volgende paragraaf...


Einde Les.

Slide 20 - Slide