3HV_7.2 - 7.2.2

Het zenuwstelsel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieSecondary Education

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven wat het verband is tussen gedrag en het zenuwstelsel 




Begrippen: 
Zenuwstelsel, impulsen, hersenen. zenuwknopen, centrale zenuwstelsel, zenuwen, ruggenmerg en perifere zenuwstelsel

Slide 2 - Slide

Zenuwstelsel?

Slide 3 - Mind map

Het zenuwstelsel

Bestaat uit:
  • Het centrale zenuwstelsel (rood)
  • De perifere zenuwstelsel (zenuwen; blauw)

Functies:
  • Impulsen verwerken van zintuigen
  • Regelt de werking van spieren/klieren

Slide 4 - Slide

Zenuwen
Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.

Slide 5 - Slide

De werking van het zenuwstelsel

Slide 6 - Slide

Zie de afbeelding hiernaast. 
1. Bepaal de prikkel? Is het inwendige of uitwendige prikkel?
2. Welke zintuigen zijn hier betrokken? 
3. Is de centrale en perifere zenuwstelsel betrokken? 
4. Wat is het gedrag van de man op de prikkel? 

Slide 7 - Slide

Simpel
Ingewikkeld

Slide 8 - Slide

Evolutie van het zenuwstelsel

Slide 9 - Slide

Een zenuwknoop is
A
zenuwcellen dat zich op bepaalde plaatsen concentreren.
B
is zenuwcellen die alleen in het ruggenmerg voorkomen
C
zenuwcellen dat alleen in de ledematen voorkomen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

wat is een impuls?
A
een elektrisch signaal
B
een zenuwcel
C
een hersenonderdeel

Slide 12 - Quiz


Wat zie je op de
afbeelding?

Kies het beste antwoord
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel

Slide 13 - Quiz

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 14 - Quiz

Een functie van het zenuwstelsel

A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken

Slide 15 - Quiz

kan een impuls van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel lopen?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Kan een impuls van het centrale zenuwstelsel naar een spier lopen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Slide 18 - Quiz

Begin aan HW-opdrachten
Opdr. 1a begrippen van 7.2, 7.2.1, 7.2.2 en 7.2.3
Opdr. 4, 5 en 8

Slide 19 - Slide