1.4 Bronnen: De ligging van Teheran

1.4 ligging van Teheran
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.4 ligging van Teheran

Slide 1 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Ken je het verschil tussen absolute en relatieve afstand.
Kan je de verschillende hoogtegordels aangeven met vegetatie.





Slide 2 - Slide

Vier reliëfvormen (BELANGRIJKE BASIS!)
1. Hooggebergte: De toppen zijn hoger dan 1.500 m.

Slide 3 - Slide

2. Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.

Slide 4 - Slide

3. Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.

Slide 5 - Slide

4. Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.

Slide 6 - Slide

Maak samen opdracht 2, 3 en 4 (4a niet!) in Learnbeat
van paragraaf 1.4 




timer
5:00

Slide 7 - Slide

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg
B51

Slide 8 - Slide

Maak samen opdracht 1 
 in Learnbeat van paragraaf 1.4
 
Met behulp van het BB!!


timer
5:00

Slide 9 - Slide

Afstanden
Vroeger vooral met schepen op reis. Nu meer met vliegtuig, auto en trein.

Dankzij technologie = is de wereld kleiner geworden en reizen we sneller.

* Relatieve afstand is korter geworden
* Absolute afstand is gelijk gebleven

Slide 10 - Slide

Absolute afstand
  • afstand gemeten in een rechte lijn
  • hemelsbreed
  • verandert nooit!

Slide 11 - Slide

Relatieve afstand
  • afstand in tijd
  • afstand in kosten
  • verschilt per persoon
  • verschilt per vervoermiddel
  • verschilt per route

Slide 12 - Slide

Absoluut of relatief

Slide 13 - Slide

Absoluut of relatief?

Slide 14 - Slide

Maak samen opdracht 5, 6 en 7 in Learnbeat
van paragraaf 1.4




timer
5:00

Slide 15 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Ken je het verschil tussen absolute en relatieve afstand.
Kan je de verschillende hoogtegordels aangeven met vegetatie.





Slide 16 - Slide

Aan de slag
Opdrachten 1, 2, 3, 4 alles (behalve a!), 5, 6 en 7 van paragraaf 1.4 in Learnbeat.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video