Les 9+10

1 / 38
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 8: Welke talen spreek je?

第八课:你会说什么语言?

Slide 2 - Slide

To do:
  • 5 min. leren
  • Karaktertoets
  • Huiswerk nakijken
  • Opdr. 4 en 7 maken en nakijken
  • Woordenlijst les 9 + 10 introduceren

Slide 3 - Slide

Toets
  • 5 minuten leren
  • 15 minuten voor de toets!
  • Je mag op je blaadje schrijven met potlood/pen.
  • Al klaar? Leg je blaadje ondersteboven op de hoek van je tafel en maak huiswerk voor een ander vak.
  • Ik wil geen electronica zien!
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Opdr. 1 nakijken
Opdr. 1 p. 九十八
  1. Waar komen jullie vandaan?/Uit welk land komen jullie?
  2. Hoe oud bent u?
  3. Wij houden niet van Amerika, Amerika is heel groot./Wij vinden Amerika niet leuk, Amerika is heel groot.
  4. Zij zijn heel mooi!
  5. Spreek je geen Frans?/Kan je geen Frans spreken?

Slide 5 - Slide

Opdr. 3 nakijken
Opdr. 3, p. 九十八
  1. Vandaag is mijn verjaardag./Vandaag ben ik jarig.
  2. Mijn docent is heel oud!
  3. Hij is Fransman./Hij komt uit Frankrijk.
  4. Ik kan geen Engels spreken./Ik spreek geen Engels.

Slide 6 - Slide

Opdr. 4 en 7 maken
Opdr. 4 en 7, p. 九十九
Deze opdrachten trainen je grammaticakennis en woordenschat.
Rustig overleggen mag, als je het echt niet weet samen, steek je je hand op.
We gaan de opdrachten straks nakijken.
Al klaar? Maak opdr. 6, p. 九十九
timer
20:00

Slide 7 - Slide

Opdr. 4 nakijken
Opdr. 4, p. 九十九
  1. 我的老师
  2. 他的英文
  3. 她的法文不好。
  4. 你会说什么语言?
  5. 我的中文不好,你的中文呢?

Slide 8 - Slide

Opdr. 7 nakijken
Opdr. 7, p. 九十九
  1. B 英文
  2. D 你
  3. C 英文
  4. C 法国人
  5. A 什么

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Les 9 & 10: Familie
第九课和第十课:家

Slide 11 - Slide

To do:
  • Toets donderdag terug
  • Filmpje
  • Woordenlijst bespreken
  • Grammatica uitleggen
  • Quiz
  • Filmopdracht uitleggen en HW noteren
  • Dialoog maken/nakijken


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=nCFRoILS1jY

Slide 14 - Slide

生词

Woordenlijst
  1. 家         jiā                familie / huis
  2. 爸爸    bàba          vader
  3. 妈妈    māma        moeder
  4. 哥哥    gēge          oudere broer
  5. 姐姐    jiějie           oudere zus
  6. 弟弟    dìdi             jonger broertje
  7. 妹妹    mèimei     jonger zusje 
  8. 有         yǒu             hebben
  9. 没有    méi yǒu    niet hebben
  10. 个         ge               klassewoord
  11. 两         liǎng           2 (als je 2 stuks                                       van iets hebt)

Slide 15 - Slide

Klassewoord
  • Een klassewoord geef een eenheid aan. Bijv. een glas, kopje, blikje, fles, etc.
  • Je gebruikt het als je zegt hoeveel je van iets hebt. 
  • Je plaatst het tussen het getal en het znw
Bijv: 
  • 我有一弟弟。
  • 我有十老师。

Slide 16 - Slide

两 / 二
  • 两 en 二 betekenen allebei '2'
  • Je gebruikt 两 in combinatie met een klassewoord.

Dus: 
  • 我有弟弟  en niet:  我有弟弟
  • 老师   en niet: 老师

Slide 17 - Slide

Familie voorstellen
Ik ga mijn familie voorstellen

我要介绍我的家。
Wǒ yào jièshào wǒ de jiā.

Slide 18 - Slide

Familie voorstellen
Mijn gezin bestaat uit ... personen

我的家有... 个人。
Wǒ de jiā yǒu ... ge rén.

Bijv:
我家有七个人:爸爸,妈妈,哥哥,姐姐,弟弟,妹妹和我。

Slide 19 - Slide

Wat betekent 姐姐?
A
oudere zus
B
jongere zus
C
oudere broer
D
jongere broer

Slide 20 - Quiz

Wat is jongere broer in het Chinees?
A
姐姐
B
哥哥
C
弟弟
D
妹妹

Slide 21 - Quiz

Wanneer gebruik je in het Chinees een klassewoord?

Slide 22 - Open question

Wat betekent: 妹妹?
A
Oudere zus
B
jongere zus
C
Oudere broer
D
jongere broer

Slide 23 - Quiz

Wat betekent: 爸爸?
A
moeder
B
jongere zus
C
oudere broer
D
vader

Slide 24 - Quiz

Zijn er in het Chinees aparte woorden voor elk familielid?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen aan vader's kant van de familie
D
Alleen aan moeder's kan van de familie

Slide 25 - Quiz

Waarvoor gebruik je het klassewoord: 个?
A
Als je het over een aantal mensen hebt.
B
Als je het over algemene zaken hebt die je kunt tellen.
C
Als je het over bekers/glazen hebt.
D
Als je het over platte dingen hebt.

Slide 26 - Quiz

”Ik heb twee oudere broers.“ Wordt in het Chinees:
A
我有二个哥哥。
B
我是二个哥哥。
C
我有两个哥哥。
D
我是两个哥哥。

Slide 27 - Quiz

Hoe zeg je in het Chinees: "niet hebben"?
A
不是
B
C
没有
D

Slide 28 - Quiz

妈妈
爸爸
妹妹
弟弟
哥哥
姐姐
Twee
Mama
papa
jongere zus
jongere broer
oudere broer
oudere zus

Slide 29 - Drag question

Filmopdracht - T1C MO Familie
Tips: 
Dialoog als leidraad
Probleem=leuk/spannend
Deadline= donderdag 9 juni 2022 om 23:59 uur
Lessen volgende week om eraan te werken

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Beoordeling
  • Geen Google translate!
  • Opdr. en beoordeling staat in Classroom.
  • Gaan we het volgende week over hebben.

Slide 33 - Slide

Huiswerk volgende week
  • Denk alvast na over je filmpje en wat je daarin wilt doen en zeggen.
  • Kijk naar opdr. in Classroom.
  • Dialoog 1 en 2, p. 一百零七,一百零八 

Slide 34 - Slide

Dialoog maken
  • Geen muziek
  • Hulp: boek en buurman/vrouw
  • Lukt samen niet? Hand opsteken
  • Dialoog invullen p. 107
  • Al klaar? Dialoog 2 maken p. 108
  • Al klaar? Monoloog vertalen, p. 107
  • Al klaar? Praktische zinnen lezen p. 110
timer
10:00

Slide 35 - Slide

Dialoog 1 nakijken, p 107
  1. Hoe oud is je oudere broer?
  2. Hij is 23 jaar oud.
  3. Zij houdt van dansen./Zij vindt dansen leuk.
  4. Zij is toch docent?/Zij is docent, klopt dat?
  5. Docent waarvan?/Wat geeft ze?
  6. Ik houd heel erg van dansen, maar ik kan het niet.

Slide 36 - Slide

Dialoog 2 nakijken, p. 108
  1. Heb je broertjes en/of zusjes?
  2. Ik heb geen oudere broers.
  3. Ik heb ook geen oudere zussen.
  4. Heb je dan jongere broers?

Slide 37 - Slide

Les 9 & 10: Familie
第九课和第十课:家

Slide 38 - Slide