1. ‘A1s je niet stemt, mag je eigenlijk ook niet zeggen of ons land goed of slecht bestuurd wordt.’
2. ‘Elk jaar betaal ik belasting. Van de belastingopbrengsten worden bijvoorbeeld uitkeringen betaald.’
3. ‘Ik spreek Nederlands, net als iedereen in mijn omgeving.’
Mensen zijn op drie manieren verbonden aan een land: politiek, economisch en cultureel.
Kies voor elke uitspraak welke manier daarbij het beste van toepassing is.