voorbereiding toets lezen H4&5

Voorbereiding toets lezen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorbereiding toets lezen

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 4

DOEL

lezen

- je kunt in een tekst inleiding, middenstuk en slot herkennen en benoemen

Slide 2 - Slide

Een goede tekst bestaat uit 
drie delen

- een inleiding
- het middenstuk (kern)
- een slot

Slide 3 - Slide

Inleiding – middenstuk – slot 
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.


Slide 4 - Slide

De inleiding bestaat meestal uit .. alinea

Slide 5 - Slide

In welk deel van de tekst staat de meeste informatie?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst? 

A fittest
B Johannes Bosco College
C project ‘Alle leerlingen actief’ 
D vmbo-leerlingen
 

Slide 8 - Slide

Lees de tekst.
Welke alinea’s vormen het middenstuk van de tekst?
A alinea 2 tot en met 5
B alinea 2 tot en met 6
C alinea 3 tot en met 5
D alinea 3 tot en met 6

Slide 9 - Slide

Aan welk woord in het slot zie je dat de belangrijkste informatie wordt herhaald?
  
A belangrijk
B dus
C want
D willen

Slide 10 - Slide

Wat is de belangrijkste boodschap uit de tekst?

 
A De scholen willen dat alle leerlingen gym als examenvak gaan volgen.
B De scholen willen dat de leerlingen zich in het zweet werken tijdens een fittest.
C De scholen willen de leerlingen leren dat sporten goed voor je is en dat het leuk is.
D De scholen willen te weten komen hoeveel de leerlingen per dag bewegen.

Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 5: Doel van de tekst
De schrijver wil informatie geven --> krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd
De schrijver wil je iets leren of uitleggen --> studietekst, recept, gebruiksaanwijzing
De schrijver wil je iets laten doen -->reclametekst, uitnodiging, advertentie
De schrijver wil zijn mening geven -->bespreking van een app of film
De schrijver wil je amuseren -->verhaal, strip



Als je weet met wat voor soort tekst je te maken hebt, begrijp je sneller wat de schrijver wil.

Slide 12 - Slide

Een voorbeeld van het tekstdoel amuseren is een …

A bespreking van een app.
B recept.
C reclametekst.
D strip

Slide 13 - Slide

Een voorbeeld van het tekstdoel de lezer iets laten doen, is een …
   
A advertentie.
B bespreking van een film.
C gebruiksaanwijzing.
D krantenbericht.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat voor soort tekst dit?

A een flyer
B een nieuwsbericht
C een reactie op een internetforum
D een voorlichtingstekst

Slide 16 - Slide

Wat is het doel van de tekst?

 
A de schrijver wil je amuseren
B de schrijver wil je iets laten doen
C de schrijver wil je informatie geven
D de schrijver wil zijn mening geven

Slide 17 - Slide

Op welke dagen mag je de meeste werkzaamheden doen?
A op alle dagen
B op schooldagen
C op vrije dagen
D op zondagen

Slide 18 - Slide

Stel, je hebt een vakantiebaan gekregen voor de hele zomervakantie. Mag je zoveel weken achter elkaar werken volgens de tekst?

A ja, want je mag 7 uur per dag werken
B ja, want je mag 35 uur per week werken
C nee, want je mag 3 weken aaneen werken
D nee, want je mag alleen in de weekenden werken

Slide 19 - Slide

Dat ging al super goed. 
Nu weet je een beetje wat je tijdens de toets kunt verwachten. 
Maak nu voor jezelf van lezen H4 en H5:
- alle opdrachten 
- de extra opdrachten 
- de oefentoets 

Heb je nog vragen of twijfels? Vraag om hulp! 

Slide 20 - Slide