Groep 4 - taal in beeld - blok 6, les 11 - verschillende soorten zinnen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Ik leer dat er verschillende soorten zinnen zijn.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Soorten zinnen
Aan het eind van een vertelzin staat een punt.  .
Aan het eind van een vraagzin staat een vraagteken. ?
Aan het eind van een zin met een gebod staat een uitroepteken. !

Slide 4 - Slide

Waar staat een vertelzin?
A
Ik ga kamperen met opa.
B
Ga weg!
C
Wil je bij mij spelen?

Slide 5 - Quiz

Waar staat een vraagzin?
A
Ik ga buiten lopen met mijn hondje.
B
Wil je met mij voetballen?
C
Kom hier!

Slide 6 - Quiz

Waar staat een gebod?
A
Wil je mijn paard zien?
B
Ik ga naar mijn slaapkamer.
C
Kom hier!

Slide 7 - Quiz

vraagzinnen
Zinnen met een gebod
vertelzinnen
Ga je mee kamperen?
We slapen in een tent.
Het is vlak bij het strand.
Wie gaan er mee?
Ga je spullen pakken!
We gaan nu weg!

Slide 8 - Drag question

Maak de zin af:

Schiet op
A
!
B
.
C
?

Slide 9 - Quiz

Maak de zin af:

Hoe laat begint de film
A
!
B
.
C
?

Slide 10 - Quiz

Maak de zin af:

Morgen kom ik bij jou spelen
A
!
B
.
C
?

Slide 11 - Quiz

Maak de zin af:

Kun je me helpen
A
?
B
!
C
.

Slide 12 - Quiz

Maak de zin af:

Hou daarmee op
A
?
B
.
C
!

Slide 13 - Quiz


In welke zinnen staat een gebod. 
Schrijf de letters op.

a. Eet je bord leeg!
b. Heb je hard gewerkt?
c. Het eten was lekker.
d. Zit stil!
e. Praat niet zoveel!

Slide 14 - Open question

Vraagzinnen
Schrijf met je groepje vijf korte vraagzinnen op.
Begin telkens met een ander vraagwoord:

Wie? - Wat? - Waar? - Waarom? - Welke?

Slide 15 - Slide

Maak een vertelzin

Slide 16 - Open question

Maak een vraagzin

Slide 17 - Open question

Maak een zin met een gebod

Slide 18 - Open question