VCA hoofdstuk 2 Gevaren, risico's en preventie

• Bouwtechniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

VCA hoofdstuk 2 Gevaren, risico's en preventie

Je bent aan het werk.
Wat kan er allemaal gebeuren?

Op de volgende dia's zie je de gevaren

Hoe kunnen die gevaren ontstaan?

• Soort werk (leraar/ sloopwerk)
• Werkplek (lokaal/ langs de weg of op een steiger)
• Gedrag (serieus/ stoeien)
• Materialen (boeken/ giftige stoffen)

Dit noem je factoren

Tekst

Soort werk

werkplek of omgeving

Je gedrag

Materialen

Arbeids

middelen

bomen snoeien

zwaar 

tilwerk

gat in de vloer

steiger 

Stoeien

haastig werken

zware balken

Drukke weg

Giftige stoffen

slijptol

Cirkelzaag

Waardoor en waarmee loop je gevaar?

Gevaarlijke stoffen                          

Gevaarlijk gereedschap

Hoge drukken

Stralingsbronnen

graafwerk

elektriciteit

Koude/ warme omgeving

lawaai

Werken op hoogte

Wat is veilig werken:

Bewust nemen van aanvaardbare risico's

Hier gaan we even bij stilstaan..... ssssst

Risico is klein, als de kans groot is maar het effect klein

Risico is groot, als de kans klein is maar het effect groot

De kans dat er een ongeluk gebeurt noem je

1. Ongeval
2. Bijna ongeval
3. Risico
4. Letsel

Een ongeluk waarbij je gewond raakt en of er schade is noem je

1. Risico
2. Ongeval
3. Bijna ongeval
4. Heel vervelend

Preventie

Maatregelen nemen om te voorkomen dat er iets gebeurt. 

Risico's onderkennen

Onveilige situaties opheffen

Preventie

Betekent simpel gezegd: voorkomen dat er iets gebeurt. Lees dit goed want er komt straks een vraag over!

Wat betekent het woord "preventie"?

Iedereen is verantwoordelijk.
Je ziet gevaar! Wat kan je doen?

Wat is hier onveilig?

Onveilige handeling of onveilige situatie?

wat is er onveilig

Onveilige handeling of onveilige situatie?

Taak- Risico analyse

1. werkvoorbereiding

2. opstellen van een werkplan

3. Opstellen van taak risico analyse

4 bespreken

5. uitvoeren

6. evalueren

LMRA

Last minute Risico Analyse

1. Welke gevaren zie je zelf? Denk na!
2. Wat is de oorzaak? Neem actie
3. Wat ga je doen om gevaar te voorkomen?