Imperfectum
Zet de zin om naar de imperfectum.
Zondag bak ik een taart.
Zondag bak ik een taart.
1 / 10
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Zet de zin om naar de imperfectum.
Zondag bak ik een taart.
Zondag bak ik een taart.
Slide 1 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Ik ga naar de scouts.
Ik ga naar de scouts.
Slide 2 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Papa kijkt naar tv.
Papa kijkt naar tv.
Slide 3 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Jonas leest de krant.
Jonas leest de krant.
Slide 4 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Laslow en Lore gaan op restaurant.
Laslow en Lore gaan op restaurant.
Slide 5 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Lore is op school.
Lore is op school.
Slide 6 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Oma telefoneert naar Sila.
Oma telefoneert naar Sila.
Slide 7 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Mijn vrienden drinken een pintje op café.
Mijn vrienden drinken een pintje op café.
Slide 8 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Mama wandelt met de hond.
Mama wandelt met de hond.
Slide 9 - Open question
Zet de zin om naar de imperfectum.
Tijl bestelt een strip van Jommeke op bol.com.
Tijl bestelt een strip van Jommeke op bol.com.
