Kennis en KA's oefenen H1 t/m 10

Grote geschiedenisquiz
Test je kennis
Oefen met kenmerkende aspecten
Formuleer het perfecte antwoord
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grote geschiedenisquiz
Test je kennis
Oefen met kenmerkende aspecten
Formuleer het perfecte antwoord

Slide 1 - Slide

Wat zijn de twee juiste gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.

Slide 2 - Quiz

Een vereiste voor het ontstaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
er moeten architecten zijn.
B
Het drieslagstelsel moet uitgevonden zijn
C
Er moet een landbouwoverschot zijn
D
Er moet in dat gebied graan zijn

Slide 3 - Quiz

Op welke tijdvak is de vorige vraag (het meest) van toepassing?
A
prehistorie
B
oudheid
C
vroege middeleeuwen
D
late middeleeuwen

Slide 4 - Quiz

Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
dat er goede bestuurders zijn
B
dat er handel is
C
dat er een landbouwoverschot is
D
dat er ambachtslieden zijn

Slide 5 - Quiz

Stel je krijgt een plaatje over een Romeins badhuis dat opgegraven is in Giesbeek. Welk(e) KA past/passen daar dan bij ?
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
C
De groei van het Romeinse imperium
D
De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom

Slide 6 - Quiz

In de vroege middeleeuwen spreken we van een
A
Een agrarisch urbane cultuur
B
Een agrarische cultuur
C
Een Industriële cultuur
D
Een stedelijke cultuur

Slide 7 - Quiz

Het feodalisme ontstaat omdat (kies het beste antwoord)
A
het onveilig is in de vroege middeleeuwen
B
er geen centraal gezag meer is omdat er geen sterke keizers meer zijn
C
de koning leenmannen nodig heeft als ridders om zijn oorlogen te voeren
D
door (nagenoeg) verdwijnen van een geldeconomie en infrastructuur een centraal bestuur onmogelijk is

Slide 8 - Quiz

Noem de drie standen die in de middeleeuwen onstaan
A
Horigheid - Adel - Geestelijkheid
B
Geestelijkheid - Adel - Burgerij
C
Burgerij - Ambtenarij - Adel
D
Horige boeren - Vrije boeren - Landheer

Slide 9 - Quiz

Bij welk KA hoort deze bron?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect en welk tijdvak hoort deze bron?

Slide 12 - Open question

Hoe formuleer je een goed antwoord?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen dat grote pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?

Slide 21 - Open question

De aanvallen van Attila de Hun droegen bij aan de val van het WRR
Vervolging van christenen in het Romeinse Rijk 
Antwerpen neem de handelspositie van Brugge en Gent over
Tarik ibn Zijad steekt de straat van Gibraltar over waarna een Islamitisch rijk gevestigd wordt in Spanje
Luther begint met zijn 95 stellingen de reformatie

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Met welke twee kenmerkende aspecten van de 18e eeuw kan je deze bron in verband brengen?

Slide 24 - Open question

Versailles

Slide 25 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect uit de 17e eeuw past deze bron? En welke politieke ontwikkeling uit de late middeleeuwen kan je hiermee in verband brengen?

Slide 26 - Open question