What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
week 5 Grammatica les E: ww en nw gezegde
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat doen we vandaag
Herhaling leerdoelen vorige week
Interactieve instructie leerdoelen deze week
Zelfstandig aan de slag
Slide 3 - Slide
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
Dat hondje daar is echt heel cute!
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 4 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Dat hondje daar is echt heel cute!
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk
Slide 5 - Quiz
Wat is het kernwoord van het naamwoordelijk gezegd?
Dat hondje daar is echt heel cute!
A
dat hondje daar
B
echt
C
heel cute
Slide 6 - Quiz
Wat is het kernwoord (belangrijkste woord) van een
naamwoord
elijk gezegde?
De naam zegt het al: het kernwoord is
naamwoord
.
Dat betekent dat het bijna altijd een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord is.
Vervolgens let je erop dat het niet gaat om wie of wat iets is, maar wat diegene is.
Dat hondje daar is echt heel cute!
naamwoordelijk gezegde, want iemand (dat hondje daar)
is
iets.
Wat is dat hondje?
heel cute
kernwoord(en): heel cute
Slide 7 - Slide
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 8 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk
Slide 9 - Quiz
Wat is het kernwoord van het naamwoordelijk gezegde?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
lucht
B
zwaar
C
bewolkt
Slide 10 - Quiz
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 11 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
werkwoordelijke
B
naamwoordelijk
Slide 12 - Quiz
Wat is het kernwoord van het werkwoordelijke gezegde?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
keek
B
plezier
C
lievelingsserie
Slide 13 - Quiz
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 142 en 143
Slide 14 - Slide
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Ik kom helpen.
A
ik
B
kom
C
helpen
Slide 15 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Ik wil komen helpen
A
ik
B
wil
C
komen
D
helpen
Slide 16 - Quiz
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 144 en 145
Slide 17 - Slide
Interactieve instructie
het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan hebben ze verschillende functies: hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord
Slide 18 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Noura kan alleen maar aan het weekend denken.
Slide 19 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Waar geef jij je geld het liefst aan uit?
Slide 20 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Sam zou heel graag willen kunnen schaken.
Slide 21 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Mijn moeder loopt de hele dag te appen.
Slide 22 - Open question
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 146 en 147
Slide 23 - Slide
Interactieve instructie
Een naamwoordelijk gezegde bestaat dus uit 2 delen: een werkwoordelijke deel en een naamwoordelijk deel.
Het kernwoord van een naamwoordelijk gezegde kun je al vinden en hoort bij het naamwoordelijk deel.
Het werkwoordelijk gedeelte van het naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Tip: denk aan de taalonderzoekers! Zij kwamen erachter dat er werkwoorden zijn die bepalen of iemand/iets iets
is.
Dat zijn koppelwerkwoorden.
Slide 24 - Slide
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Deze schaakster is de allerbeste!
Slide 25 - Open question
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Freddie is altijd al een lieve poes geweest.
Slide 26 - Open question
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Pablo blijft een grote jongen.
Slide 27 - Open question
Zelfstandig aan de slag
Oefenboek blz. 102 en 103: opdracht 5 t/m 10
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Truth or dare? Barcelona
February 2019
-
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or Dare? Soho, London
February 2019
-
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or dare? Parijs
September 2021
-
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or dare? Praag
June 2022
-
35 slides
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
IFFR: po 1-2 shorts LES voor het filmbezoek
March 2024
-
14 slides
Kunst
Basisschool
Groep 1,2
Filmeducatie
po 1-2 shorts LES voor het filmbezoek
September 2025
-
14 slides
Kunst
Basisschool
Groep 1,2
Filmeducatie