Je gaat aan de slag met de afbeelding die voor je ligt.
Van de volgende informatie ga je steeds een staafdiagram, turftabel en beelddiagram maken;
- Hoeveel mannen en vrouwen zie je?
- Hoeveel mensen hebben er iets op hun hoofd?
- Noteer het aantal mensen met dezelfde kleur hoor
- Hoeveel mensen hebben er een bril op?
- Hoeveel mensen hebben er een baar of een snor?