Thema 6: Feest (Woordenschat boekje 1)

Thema 6: Feest
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Thema 6: Feest

Slide 1 - Slide

'Feest om te herdenken dat iets
een bepaald aantal jaren
geleden gebeurd is'
A
Corsage
B
Traditie
C
Jubileum
D
Polonaise

Slide 2 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'traditie'?
A
Gewoonte die al heel lang ergens bestaat
B
Klein gebakje
C
Decoratie
D
Dansend ronddraaien

Slide 3 - Quiz

'Kostbaar voorwerp dat je draagt om je mooi te maken zoals armbanden, ringen etc.'
A
Corsage
B
Sieraad
C
Petitfour
D
Boeket

Slide 4 - Quiz

Welke feestelijke gebeurtenis zie je hier?
Suikerfeest
Carnaval
Bruiloft
Carnaval

Slide 5 - Drag question

'Tijdens m'n verjaardag hing er overal .......... door het huis'
A
Bevestiging
B
Kostuum
C
Polonaise
D
Versiering

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'bevestiging'?
A
Erg uitkijken naar iets
B
Zeggen dat iets waar is
C
Lekkere dingen uitdelen
D
Make-up aanbrengen

Slide 7 - Quiz

'Feest dat elk jaar gevierd wordt vóór de vastentijd'
A
Zomercarnaval
B
Carnaval Festival
C
Carnaval
D
Carmen van Walraven

Slide 8 - Quiz

Welke 'dans' doen deze mensen?
Mayonaise
Rowwen Hèze
Solonaise
Polonaise

Slide 9 - Drag question

'Er moest veel gebeuren voor het feest dus de ............. duurde lang'
A
Voorbereiding
B
Corsage
C
Vermomming
D
Bereidingswijze

Slide 10 - Quiz

'Feest aan het einde van de Ramadan'
A
Themafeest
B
Kerstfeest
C
Suikerfeest
D
Schoolfeest

Slide 11 - Quiz

'M'n collega is jarig dus ze ging het gebouw door om te .........'
A
Trakteren
B
Opmaken
C
Zwieren
D
Verheugen

Slide 12 - Quiz

Hoe heet dit kleine gebakje?
Vlaai
Appeltaart
Baklava
Macaron
Petitfour
Bavarois

Slide 13 - Drag question

'Pak dat uit een nette broek en een net jasje bestaat'
A
Overall
B
Kostuum
C
Uniform
D
Trainingspak

Slide 14 - Quiz

'Dansend ronddraaien'
A
Versieren
B
Opmaken
C
Zwieren
D
Vermommen

Slide 15 - Quiz

'Je uiterlijk zó veranderen en je zó verkleden dat niemand je herkent'
A
Kolommen
B
Vermommen
C
Verstommen
D
Beklommen

Slide 16 - Quiz

Hoe heet dit?

Slide 17 - Open question

Succes bij de toets!

Slide 18 - Slide