7.2 Energie

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Herhaling. Noem de zes voedingsstoffen (R)

Slide 2 - Open question

Herhaling. Geef een voorbeeld van een voedingsmiddel dat veel mineralen (zouten) bevat. (T1)

Slide 3 - Open question

Leerdoel
Je leert wat en hoeveel je moet eten om
voldoende energie te krijgen

Slide 4 - Slide

Huiswerk
paragraaf 7.1: 13 tm 17
paragraaf 7.2  3 tm 12

Slide 5 - Slide

Wat betekent dit?
KJ = kilojoule
Kcal = kilocalorie
RI = referentie-inname van een gemiddelde volwassene

Slide 6 - Slide

huiswerk 21-9
lezen blz 22, 23, 24
maken opdracht 3 tm 12

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Joule / Calorie
Joule is de eenheid van energie 

Joule kan je omrekenen naar calorie (en andersom)

1 calorie = 4,2 joule


Slide 9 - Slide

Joule / calorie
Er wordt echter nooit gerekend met joule of calorie

Wel met kilojoule & kilocalorie

Kilojoule (kJ)
Kilocalorie (kcal)


Slide 10 - Slide

Hoeveel joule zit er in 1 kilojoule (kJ)?

Slide 11 - Open question

Hoeveel joule zit er in 1 kilocalorie (kcal)?
A
4,2
B
1000
C
4200
D
Dat is niet te bepalen

Slide 12 - Quiz

In een mars zit 1021 kJ. Hoeveel kcal is dat?
(rond je antwoord af op een geheel getal)?

Slide 13 - Open question

Je verbruikt constant calorieën
Tijdens sporten

Tijdens school

Tijdens slapen (hoe?)

Per dag 10.000 – 12.500 kJ nodig

Slide 14 - Slide

Als je meer calorieën binnenkrijgt dan dat je verbruikt dan kom je aan
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat is niet te bepalen

Slide 15 - Quiz

Body Mass Index

Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt

Berekenen door (gewicht / (lengte*lengte))
- Gewicht in kg
 -Lengte in m


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Waarom zijn er zoveel mensen
met overgewicht?


Bedenk in één minuut minimaal 3 redenen. Overleggen met buur mag.
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Waarom zijn er zoveel mensen met overgewicht?

Slide 19 - Slide

Waarom zijn er zoveel mensen met overgewicht? (2)

Slide 20 - Slide

Van welke twee voedingsstoffen krijgen
mensen vaak teveel binnen? (T1)
(dit kan uiteindelijk leiden tot overgewicht)

Slide 21 - Open question

Huiswerk
Wat? Ga bezig met de opgaven van paragraaf 7.2

Wanneer? Huiswerk voor volgende week
Hoe? In je papieren werkboek
Klaar? Lees paragraaf 7.3 en start met de opgaven Of
maak begrippenlijst paragraaf 7.1 en 7.2
Vragen? Vraag je buur. Daarna pas de leraar
Tijd? Tot het einde van de les





Slide 22 - Slide