• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Vandaag 
  1. Huiswerk behandelen bladzijde 124/125, 1, 2 en 3
  2. Uitleg voltooid en onvoltooid deelwoord
  3. Zelf aan de slag
  4. Sneakpeak volgende les
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag 
  1. Huiswerk behandelen bladzijde 124/125, 1, 2 en 3
  2. Uitleg voltooid en onvoltooid deelwoord
  3. Zelf aan de slag
  4. Sneakpeak volgende les

Slide 1 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 




  • Je leert hoe je voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spelt

Lesdoel:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 (blz. 124)
  • kilo’s
  • autorally’s
  • ski’s
  • toeristenmenu’s
  • extra’s
  • nieuwsfoto’s


  • bureaus
  • oudtantes
  • explosies
  • kangoeroes
  • eksters
  • neussprays

Meervoud op -s
Meervoud op 's

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 (blz. 124)
  • 1 accu’s
  • 2 auto’s
  • 3 cd’s
  • 4 displays
  • 5 hobby’s
  • 6 kano’s
  • 7 niveau
  • 8 reçu’s
  • 9 taxi’s

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 (blz. 125)
  • 1 amfibieën
  • 2 diskjockeys
  • 3 herfstbladeren
  • 4 hippies
  • 5 lomperiken
  • 6 olievaten
  • 7 passagiers
  • 8 slaven
  • 9 zebra’s

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog bezig is.

Het is dus nog niet voltooid:


Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


lachend

fluitend

lopend

knippend


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord kun je net als

het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:


Een lachende vrouw.

De gillende kinderen.

De huilende man.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De kwade hond stond luid (blaffen) in de tuin.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Ik zag een groepje leerlingen (praten) voor de school staan.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Waarom kijk jij mij zo (wantrouwen) aan?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Het resultaat van deze toets was echt (teleurstellen).

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Het voltooid deelwoord

Een voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgerond.

Het is dus voltooid


Voorbeelden: 

Tijdens de les heeft Lisa de toets gemaakt.
Vorige maand is Mohamed naar Marokko gevlogen.
Tijdens de open dag worden veel activiteiten georganiseerd.


*Maakt meestal deel uit van het gezegde. Is dit het geval? Dan staat er altijd een vorm van hebben zijn of worden in het gezegde

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

verduren
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van

chillen
A
gechild
B
gechilt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

interviewen
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

gebeuren
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Van een werkwoord een voltooid deelwoord maken.

Welk voltooid deelwoord is juist bij het werkwoord HEBBEN
A
gehad
B
gehebben
C
gehat
D
gehebt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

voltooid deelwoord van:

daten
A
dated
B
gedatetet
C
gedatet
D
gedated

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

vrezen
A
Gevreest
B
Gevreesd
C
Gevrozen
D
Vrezend

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Waar gaat dit over?
Voltooid en onvoltooid deelwoord

Waar? 
Bladzijde 126/127

Welke opdrachten?
1, 2 en 3

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Volgende keer
Volgende keer
Lezen: Het doel van een tekst
*Je leert in deze les hoe je tekstdoelen kunt herkennen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this

Onvoltooid deelwoord

May 2018 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

wk 36: les 2+3 - voltooid en onvoltooid deelwoord

September 2022 - Lesson with 10 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

ww 2

February 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Geb. wijs en tegenw. dw.

January 2025 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

SpellGramm H4

April 2021 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

3 AF Herhaling werkwoordspelling

September 2022 - Lesson with 27 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Voltooid en onvoltooid deelwoord

December 2022 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Voltooid en onvoltooid deelwoord

December 2022 - Lesson with 29 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings