Mijn proefles

Hoofdstuk 7&8
Groepje 3:
Famke, Willemijn, Maaike, Kyra en Iris

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7&8
Groepje 3:
Famke, Willemijn, Maaike, Kyra en Iris

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 7: Organisatie van palliatieve en terminale zorg.

Uitgewerkt door Famke en Iris 

Slide 2 - Slide

Wat is palliatieve en terminale zorg?

- Levensbedreigende ziekte

- Korte levensverwachting

- Palliatieve zorg, resterende tijd

- Terminale zorg, laatste weken  

Slide 3 - Slide

Vier dimensies bij palliatieve en terminale zorg

- De lichamelijke dimensie

- De psychische dimensie

- De sociale dimensie

- Spirituele dimensie 

Slide 4 - Slide

wetgeving en richtlijnen palliatieve en terminale zorg
- Wetgeving en richtlijnen palliatieve en terminale zorg

- Regelmatig in aanraking

- Euthanasie

- Rapporteren

- Impact  

Slide 5 - Slide

Financiering palliatieve en terminale zorg

- Verschillende wetten

- Niet goed te plannen

- Afhankelijk van de plaats waar de zorg wordt gegeven. 

Slide 6 - Slide


Hoeveel dimensies zijn er van palliatieve en terminale zorg?
A
3
B
5
C
7
D
4

Slide 7 - Quiz

4 Model palliatieve en terminale zorg
vier fasen: 
1. ziektegerichte palliatie
2. symptoomgerichte palliatie
3. palliatie in de stervensfase
4. nazorg en rouw. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Palliatief redeneren in palliatieve en terminale zorg
- eenduidige manier gewerkt 
- gedacht wordt
- vier dimensies centraal staat.

Slide 10 - Slide

4 fasen van palliatief redeneren
Het palliatief redeneren verloopt altijd volgens de volgende vier fasen:
1. Breng de problematiek in kaart.
2. Vat de problematiek en het beleid samen.
3. Maak afspraken over de evaluatie van het beleid.
4. Stel het beleid zo nodig bij en blijf evalueren.

Slide 11 - Slide

vier waarden bij palliatieve en terminale zorg
1. Respect voor autonomie: 
2. Niet schaden: 
3. Weldoen: 
4. Rechtvaardigheid:

Slide 12 - Slide

Ethische dilemma’s
De basis voor al deze ethische dilemma’s bestaat altijd uit twee verschillende vragen:
1. Wat is in deze situatie goede zorg?
2. Wat is in deze situatie goed om te doen?

Slide 13 - Slide

Moreel beraad
is een overleg waarbij een ethisch dilemma centraal staat

Slide 14 - Slide


Het model palliatieve en terminale zorg beschrijft 4 fasen. Hoe heet fase nummer 3?
A
Nazorg en rouw
B
palliatie in de stervensfase
C
ziektegerichte palliatie
D
symptoomgerichte palliatie

Slide 15 - Quiz

Hoofdstuk 8: palliatieve en terminale zorg verlenen.

Uitgewerkt door Willemijn, Maaike en Kyra

Slide 16 - Slide

8.1 verpleegkundige zorg tijdens de palliatieve en terminale fase

Tijdens de palliatieve fase staat eerst de kwaliteit van leven en later ook de kwaliteit van sterven centraal. Dit betekent dat je bij iedere zorgvrager beoordeelt wat voor hem kwaliteit van leven en sterven is. Dit doe je door gericht vragen te stellen, te overleggen met de zorgvrager en goed te observeren. Het doel van de verpleegkundige zorg in de palliatieve en terminale fase is om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de zorgvrager en zijn sociale netwerk.

Slide 17 - Slide

8.2 verpleegkundige zorg bij de lichamelijke dimensie

Bij de lichamelijke dimensie horen alle lichamelijke verschijnselen die bij de aandoening, het stervensproces en de dood horen. Iedere aandoening heeft zijn eigen specifieke symptomen. In een later stadium komen de meer algemene symptomen die bij het stervensproces horen centraal te staan.

Slide 18 - Slide

8.3 verpleegkundige zorg bij de psychische dimensie

Bij de psychische dimensie horen alle emoties en gedragingen van een zorgvrager die weet dat hij binnen afzienbare tijd zal overlijden. Het naderend einde en het afscheid nemen van naasten en het leven staan hierbij centraal. Afscheid nemen betekent loslaten in de palliatieve en terminale fase.

Slide 19 - Slide

8.4 verpleegkundige zorg bij de sociale dimensie

Bij de sociale dimensie gaat het om de contacten en relaties die een zorgvrager heeft met de mensen om hem heen. Dit noem je het sociale netwerk. Dit sociale netwerk heeft iemand gedurende zijn leven opgebouwd. Het sociale netwerk kan uit één persoon of enkele personen bestaan, maar ook uit een grote groep.

Slide 20 - Slide


In welke fasen kan je palliatieve en terminale fase onderverdelen.

A
ziektegerichte palliatie en symptoomgerichte palliatie
B
palliatie in de stervensfase en nazorg en rouw
C
symptoomgerichte palliatie en palliatie in de stervensfase
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn correct

Slide 21 - Quiz

verpleegkundige zorg bij spirituele dimensie

· zingeving

· Religie

· Verlies van autonomie

· Eindigheid van het leven

· Verpleegkundige rol

Slide 22 - Slide

verpleegkundige zorg na het overlijden

· Sociale netwerk

· Lichamelijke verzorging


Slide 23 - Slide

overlijdensverklaring & Schouwen
· Arts
· Tijdstip

Slide 24 - Slide

procedures na het overleiden

Na het overlijden zijn er enkele procedures waar de verpleegkundige een rol in heeft. De procedures zijn:

· Obductie

· Orgaandonatie

· Lichaam ter beschikking aan de wetenschap

· Begrafenis of crematie

Slide 25 - Slide

palliatieve en terminale zorg tijdens verschillende levensfase

· baby

· peuter

· kleuter

· schoolkind

· puberteit

· volwassene

· oudere

Slide 26 - Slide

begeleiden en ondersteunen van het sociale netwerk

Een belangrijke taak van de verpleegkundige is het ondersteunen en begeleiden van de naasten van de zorgvrager die binnen afzienbare tijd komt te overlijden. Hierbij is het belangrijk om alles goed af te stemmen met de zorgvrager en zijn sociale netwerk. Voor de partner en andere naasten is het vaak moeilijk om te overzien wat er allemaal op hen afkomt tijdens de palliatieve en terminale fase. De verpleegkundige kan dit begeleiden door goede voorlichting te geven.

Slide 27 - Slide

Mantelzorger

Soms kiest een naaste ervoor om mantelzorger te zijn voor de zorgvrager die binnen afzienbare tijd zal overlijden. Vaak is dit geen keuze, maar neemt de partner deze taak geleidelijk op zich. Dit vraagt veel want het eigen leven komt tijdelijk op een zijspoor te staan en alles is gericht op de zorgvrager en het afscheid. Als verpleegkundige is het dan nodig om goed te luisteren en af te stemmen. Dit kost

tijd, energie, tact en inlevingsvermogen. Probeer altijd in overleg tot afspraken te komen en de mantelzorger zo nodig te ontlasten

Slide 28 - Slide

Rouwverwerking

· Aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies van een dierbare

· Ervaren van de pijn van het verlies van een dierbare

· Aanpassen aan een leven zonder de dierbare

· De dierbare een nieuwe plaats geven en het normale leven weer volledig oppakken.

Slide 29 - Slide

Gestoorde rouw

· traumatische rouw

· somatische rouw

· systeem geblokkeerde rouw

Slide 30 - Slide


Bij welke fase van het rouwproces wordt het overlijden soms nog ontkent?

A
aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies van een dierbare
B
ervaren van de pijn en van het verlies van de dierbare
C
aanpassen aan een leven zonder dierbare
D
de dierbare een nieuwe plaats geven en het normale leven weer volledig oppakken

Slide 31 - Quiz

Rituelen

- Christenen;

- Islam;

- Hindoeïsme;

- Boeddhisme;

- Surinamers;

- Jodendom.

Slide 32 - Slide

Complementaire zorg

Verpleegkundige interventies binnen het verpleegkundige proces. Therapieën om het zelfhelend vermogen van de zorgvrager te ondersteunen

Slide 33 - Slide

Palliatieve zorg in dagelijks leven

PDL methode: de methode gaat uit van de wensen en beleving van de cliënt. En het voorkomen van problemen zoals decubites.

Slide 34 - Slide


Wat hoort NIET bij de Complementaire zorginterventies
A
rekening houden met de spirituele behoeften
B
rekening houden met emotionele behoeften
C
rekening houden met wat de familie wil
D
rekening houden met mentale behoeften

Slide 35 - Quiz

Dit was onze presentatie!!!

Slide 36 - Slide

Dit was onze presentatie!!!

Slide 37 - Slide

Wat vonden jullie van de presentatie?
A
Super goed gedaan!!
B
top....
C
Saaaaai.....
D
Interessant!

Slide 38 - Quiz