1.1 Jagers en boeren

Geschiedenis
Vak bestaat uit twee onderdelen:
  • Historische kennis 
  • Historische vaardigheden
Goede resultaten zijn alleen mogelijk als aan beide onderdelen aandacht besteed wordt.
  • Kennis vergaren door lezen en studeren.
  • Vaardigheden ontwikkelen door huiswerk te maken. In de syllabus en in de studiewijzer staan de vaardigheden. 

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Geschiedenis
Vak bestaat uit twee onderdelen:
  • Historische kennis 
  • Historische vaardigheden
Goede resultaten zijn alleen mogelijk als aan beide onderdelen aandacht besteed wordt.
  • Kennis vergaren door lezen en studeren.
  • Vaardigheden ontwikkelen door huiswerk te maken. In de syllabus en in de studiewijzer staan de vaardigheden. 

Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten

  • De geschiedenis is opgebouwd uit tien tijdvakken
  • De belangrijkste ontwikkelingen en verschijnselen zijn samengevat in de kenmerkende aspecten
  • Deze moet je herkennen en kunnen koppelen aan anekdotes en bronnen
  • Deze kenmerkende aspecten leer je daarom uit je hoofd

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

1.1 Jagers en boeren

Slide 4 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:

  • De levenswijze van jagers-verzamelaars en van boeren herkennen en vergelijken
  • Uitleggen waarom bevolkingsgroei tot specialisatie en een hiërarchische samenleving leidde

Slide 5 - Slide

Kenmerkende aspecten


  • De levenswijze van jagers-verzamelaars
  • Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
  • Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 6 - Slide

Mensen
  • Ontstaan eerste mensachtigen: 2,3 miljoen jaar geleden (Hof van Eden theorie)
  • Echter: groeiende discussie over soort, locatie, evolutie, tijdstip
  • Eén evolutie? Verschillende, aparte evoluties? Eén plek? Verschillende plekken?

  • Desalniettemin: homo sapiens verschijnt rond 140.000 jaar geleden
  • Anders dan de andere menssoorten verspreidt hij zich over de héle wereld

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Levenswijze
  • Mens jaagt op grote zoogdieren --> verantwoordelijk voor uitsterven
  • Leven als nomaden in kleine groepen, gebruiken gereedschappen (vishaak!)
  • Belangrijkste voedingsbron is niet de jacht maar te verzamelen granen

  • Uitingen van kunst wijzen op rituelen en polytheïstische godsdienst
  • Te weinig primaire en schriftelijke bronnen om dit met zekerheid te zeggen: prehistorie

Slide 9 - Slide

Agrarisch
Jagen-verzamelen

Slide 10 - Drag question

Landbouw
  • 12.000 v. Chr: einde ijstijd 
  • Gevolg: overschot te verzamelen granen in Mesopotamië 
  • Gevolg: mensen vestigen zich op één plek --> sedentaire samenleving
  • Langzame overgang naar landbouw --> géén bewuste keuze maar noodzaak

  • Dankzij agrarische revolutie bevolkingsexplosie, ontwikkeling veeteelt en technologische ontwikkeling

Slide 11 - Slide

Steden
  • Door bevolkingsgroei ontstaan stedelijke gemeenschappen
  • Voedseloverschot maakt specialisatie mogelijk
  • Gevolg: inkomensverschillen en sociale hiërarchie
  • Samenleving wordt complexer --> bestuur noodzakelijk --> priesters
  • Bestuur maakt schrift noodzakelijk -> wetten en belastingen

Slide 12 - Slide

Oefenvraag
Je concludeert dat Ur in 1750 voor Christus een vroeg-stedelijke
gemeenschap is, onder andere omdat uit de bron blijkt dat er sprake is
van handel.
Ondersteun je conclusie door voor twee andere kenmerken van een
vroeg-stedelijke gemeenschap aan te tonen dat ze in de bron naar voren
komen.

Slide 13 - Slide

Antwoord
  • Wat wordt er aan je gevraagd? 
  • Bewijs dat er een vroeg stedelijke gemeenschap is.
  • Ondersteun de conclusie met twee kenmerken. 
  • Ondersteun = uitleggen!!
  • Antwoord: Er is sprake van een vroeg-stedelijke gemeenschap omdat er ..., want ...
  • Alleen als de combinatie van kenmerk en bewijs uit de bron goed is worden er punten gegeven!

Slide 14 - Slide

Vaardigheden
  • Bladzijde 17: opdracht 12 tm 16
  • Vaardigheden:
  • 1. Betekenis geven aan het verleden en het heden
  • 2. Formuleren van een hypothese
  • 3. Informatie uit bronnen verzamelen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video