Apprendre 7

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welk onderwerp heb je gekozen?

• Je hebt gekozen
• Tu as choisi
• welk onderwerp?
• quel sujet?

Welk onderwerp heb je gekozen?

Tu as choisi quel sujet?

Welk onderwerp heb je gekozen?

Ik heb als onderwerp gekozen: mijn held

• Ik heb gekozen
• J'ai choisi
• als onderwerp
• pour sujet
• mijn held.
• mon héros. 

Ik heb als onderwerp gekozen: mijn held

J'ai choisi pour sujet: mon héros.

Ik heb als onderwerp gekozen: mijn held

Ik ga jullie mijn held voorstellen.

• Ik ga jullie voorstellen
• Je vais vous présenter
• mijn held.
• mon héros.

Ik ga jullie mijn held voorstellen.

Je vais vous présenter mon héros.

Ik ga jullie mijn held voorstellen.

Het is de moedigste persoon van de wereld.

• Het is
• C'est
• de moedigste persoon
• la personne la plus courageuse
• van de wereld.
• au monde.

Het is de moedigste persoon van de wereld.

C'est la personne la plus courageuse au monde.

Het is de moedigste persoon van de wereld.

Mijn held is een voetballer.

• Mijn held
• Mon héros à moi
• is een voetballer
• c'est un joueur au foot.

Mijn held is een voetballer.

Mon héros à moi c'est un joueur de foot.

Mijn held is een voetballer.

Hij is aardiger dan de andere voetballers.

• Hij is
• Il est
• aardiger dan
• plus gentil que
• de andere voetballers.
• les autres footballeurs. 

Hij is aardiger dan de andere voetballers.

Il est plus gentil que les autres footballeurs.

Hij is aardiger dan de andere voetballers.

Hij speelt beter dan de anderen.

• Hij speelt
• Il joue
• beter dan
• mieux que
• de anderen.
• les autres.

Hij speelt beter dan de anderen.

Il joue mieux que les autres.

Hij speelt beter dan de anderen.

Ik wil graag worden zoals hij.

• Ik wil graag worden
• Je voudrais devenir
• zoals hij.
• comme lui.

Ik wil graag worden zoals hij.

Je voudrais devenir comme lui.

Ik wil graag worden zoals hij.