Wat is maatschappijleer

Wat is maatschappijleer
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is maatschappijleer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke stelling is juist?

1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.

2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een maatschappelijk probleem heeft vier kenmerken. Welk kenmerk klopt NIET?
A
Er moet sprake van een sociaal probleem
B
Het probleem kan worden opgelost door individuele actie of door de overheid
C
het vraagstuk krijgt de aandacht van de media en het krijgt daardoor de aandacht van de publieke opinie en de overheid.
D
Er bestaan meestal verschillende meningen over de oplossing van het probleem

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar zie jij een maatschappelijk probleem/ vraagstuk?
A
De flat op het reviusplein wordt gesloopt
B
Trump noemt CNN fake news
C
De opwarming van de aarde
D
De cijfers voor maatschappijleer zijn te laag

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke kenmerken heeft een maatschappelijk probleem?
A
Weinig mensen hebben last ervan
B
Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en oplossing
C
De politiek bemoeit zich niet met het probleem
D
Het probleem krijgt veel aandacht in de media

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
Het is een situatie die veel mensen onwenselijk vinden
B
Het probleem krijgt aandacht in de media
C
Er zijn verschillende meningen over de oplossingen
D
Het probleem kan worden opgelost door individuele actie of de overheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er bij socialisatie?
A
Je gedraagt je naar de cultuur van de groep waarin je opgroeit
B
Je gedraagt je anders dan de cultuur of groep waarin je opgroeit
C
Je gedraagt je niet langer a-sociaal
D
Je spreekt met twee woorden en kijkt mensen in de ogen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Is criminaliteit een maatschappelijk probleem
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen nature en nurture?
A
Nature is aangeboren gedrag en nurture is aangeleerd gedrag.
B
Nature en nurture is allebei aangeleerd gedrag.
C
Nurture is aangeboren gedrag en nature is aangeleerd gedrag.
D
Nurture en nature is allebei aangeboren gedrag.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort er niet bij je sociale omgeving?
A
Je teamgenoten
B
Je collega's op werk
C
Je klasgenoten
D
De slager waar je wel eens komt

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities.
B
Een groep mensen met normen en waarden.
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep.
D
Wat een groep mensen vindt, doet en maakt.

Slide 12 - Quiz

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Zijn normen afgeleid van waarden, of waarden afgeleid van normen?
A
Normen zijn afgeleid van waarden
B
Waarden zijn afgeleid uit normen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Als belangen met elkaar botsen is dit een...
A
Dilemma
B
Belangentegenstelling
C
Machtsmiddel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een vriend haalt je over om uit te gaan terwijl je er eigenlijk geen zin in hebt. Is dit een voorbeeld van macht?

A
Ja, want hij heeft invloed op je.
B
Ja, want hij lost een belangentegenstelling op.
C
Nee, want een vriend heeft geen macht over je.
D
Nee, want overtuigingskracht is geen machtsmiddel.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wie hebben een belangentegenstelling bij het onderwerp 'stikstofuitstoot'?
A
Overheid en burgers
B
Landbouwbedrijven en de de politie
C
Landbouwbedrijven onderling
D
Landbouwbedrijven en milieuorganisaties

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

8. Normen zijn:
A
dingen mensen belangrijk vinden in het leven.
B
straffen die de overheid oplegt.
C
regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
D
gevolgen van belangentegenstellingen.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

4: Ik heb belang bij maatschappijleer want:
A
Het is een compensatiepunt.
B
Ik begrijp de wereld om mij heen beter.
C
Ik kan beter meepraten over de actualiteit.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De taal die je spreekt is
A
Nature
B
Nurture

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Socialisatie vindt plaats...
A
Vanaf je geboorte
B
Vanaf het moment dat je kunt praten
C
Vanaf 4 jaar
D
Vanaf 12 jaar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke groep geloofd er in dat het meeste gedrag is aangeboren?
A
Nature-aanhangers
B
Nurture-aanhangers

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van socialisatie?
A
Adhd hebben
B
Nederlands leren spreken
C
Groene ogen veranderen in bruine ogen
D
Je haar verven

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions