Afsluiting van het jaar - Sport/Kerst QUIZ V1A

Grote Kerstquiz 
                                                                     klas V1A
1 / 53
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grote Kerstquiz 
                                                                     klas V1A

Slide 1 - Slide

Kerst Quiz
Vandaag:
  • 6 Rondes
  • Veel sport vragen (duhh)
  • 1 winnaar


Succes!

Slide 2 - Slide

Ronde 1
VOLLEYBAL

Slide 3 - Slide

1. Hoe ziet een volleybalveld eruit?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

2. Welke stelling is waar?
A
Je mag de bal alleen met je handen aanraken.
B
Je mag de bal met heel je lichaam aanraken.
C
Je mag de bal niet met je voeten aanraken,
D
Je mag de bal alleen boven je hoofd spelen.

Slide 5 - Quiz

3. Hoe heet deze techniek?
A
Service
B
Bovenhandse techniek
C
Onderarm techniek
D
Smash

Slide 6 - Quiz

4. Hoe vaak mag je per team de bal aanraken, voordat deze over het net moet?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 7 - Quiz

5. Welke stelling is waar?
A
Je mag tijdens het spel het NET niet met je lichaam aanraken.
B
De bal mag tijdens het spel het NET niet raken.
C
De bal mag tijdens het spel één keer stuiteren.
D
Een speler mag de bal vaker dan één keer raken.

Slide 8 - Quiz

Ronde 2
TURNEN

Slide 9 - Slide

6. Hoe heet deze oefening?
A
Koprol
B
Handstand
C
Radslag
D
Salto

Slide 10 - Quiz

7. Wat is er belangrijk bij de koprol? (meerdere antwoorden goed)
A
Groot maken
B
Kin op de borst
C
Op je hoofd steunen
D
Op je handen steunen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

8. Hoe heet deze sprong?
A
Koprol
B
Draai
C
Barani
D
Salto

Slide 13 - Quiz

9. Wat is belanrgijk bij een streksprong? (meerdere antwoorden goed)
A
Benen zijn uit elkaar
B
Benen zijn recht en bij elkaar
C
Je hele lichaam is aangespannen
D
Je springt zo laag mogelijk

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

10. Hoe heet de sprong die je net zag?
A
Hurksprong
B
Spreidsprong
C
Skatesprong
D
Pirouette

Slide 16 - Quiz

Ronde 3
Hockey

Slide 17 - Slide

11. Hoe ziet een hockeyveld eruit?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

12. Hoe heet dit voorwerp?
A
Hockeystok
B
Hockeystick
C
Hockeyknuppel
D
Hockeystam

Slide 19 - Quiz

13. Wat is waar over het echte spel hockey?
A
Je mag de bal NIET met je voeten raken
B
Je mag de bal WEL met je voeten raken
C
Je mag op elkaars stick slaan
D
Je mag de stick hoger dan jouw schouders zwaaien

Slide 20 - Quiz

14. Wat is waar over het echte spel hockey?
A
Je mag de bal vanuit het hele veld scoren.
B
Je mag de bal alleen vanuit de cirkel scoren
C
Je mag met de bal achter het doel dribbelen
D
Je mag de bal tegenhouden met je voeten.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

15. Hoe heet deze actie bij hockey?
A
Strafbal
B
Strafworp
C
Strafcorner
D
Shoot-out

Slide 23 - Quiz

Ronde 4
Atletiek

Slide 24 - Slide

16. Welke onderdelen vallen onder atletiek? (meerdere antwoorden goed)
A
Sprinten
B
Wielrennen
C
Zwemmen
D
Hoogspringen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

17. Hoe heet dit atletiekonderdeel?
A
Stokgooien
B
Discuswerpen
C
Vergooien
D
Speerwerpen

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

18. Hoe heet dit atletiekonderdeel?
A
Hordelopen
B
Sprinten
C
Hekjespringen
D
Estafette

Slide 29 - Quiz

19. Welke atletiekonderdelen zijn sprongonderdelen? (meerdere antwoorden goed)
A
Kogelspringen
B
Verspringen
C
Discusspringen
D
Hoogspringen

Slide 30 - Quiz

20. Welk atletiekonderdeel is 42 km en 195 m?
A
Sprint
B
Estafette
C
Marathon
D
Hordelopen

Slide 31 - Quiz

Ronde 5
ALGEMEEN

Slide 32 - Slide

21. Wat is één van de vier grote tennistoernooien (Grand-Slams)?
A
Giro d'Italia
B
Thialf
C
Wimbledon
D
Dakar

Slide 33 - Quiz

22. Wat is GEEN olympische sport?
A
Paardrijden
B
Wielrennen
C
Korfbal
D
Volleybal

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

23. Hoe heet deze olympische sport?
A
Curling
B
Sjoelen
C
Biljart
D
IJshockey

Slide 36 - Quiz

24. Waar vonden de Olympische Spelen in 2021 plaats?
A
Athene
B
Tokio
C
Londen
D
Amsterdam

Slide 37 - Quiz

25. Hoe heet deze Nederlandse wielrenner?
A
Chris Froome
B
Bram Tankink
C
Alberto Contador
D
Tom Dumoulin

Slide 38 - Quiz

Ronde 6
Kerstmis

Slide 39 - Slide

26. Hoeveel rendieren heeft de kerstman?
A
5
B
7
C
9
D
10

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Video

27. Van wie is deze kerst hit?
A
Beyonce
B
Ariande Grande
C
Miss Santa Claus
D
Mariah Carey

Slide 42 - Quiz

28. Welke acteur
speelt The Grinch?
A
Brad Pitt
B
Jim Carrey
C
George Clooney
D
Tom Cruise

Slide 43 - Quiz

29. Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolph
B
Reinier
C
Charles
D
Bambi

Slide 44 - Quiz

30. Wat brachten de drie wijzen uit het Oosten mee?
A
Zilver, goud en diamant
B
Goud, kaneel en sieraden
C
Goud, wierook en mirre
D
Diamanten, schapen en voedsel

Slide 45 - Quiz

31. Wat vieren christenen op Eerste Kerstdag?
A
Het ontstaan van de aarde
B
De geboorte van Jezus Christus
C
De eerste versierde kerstboom ooit
D
De verjaardag van Jozef

Slide 46 - Quiz

32. Hoe heet de versiering op de top van de kerstboom?
A
De ster
B
De krans
C
Het ornament
D
De piek

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Video

33. Hoe het dit kerstnummer van Ariane Grande?
A
Santa Claus
B
Christmas Presents
C
Oh Christmas Tree
D
Santa Tell Me

Slide 49 - Quiz

34. Hoe zeg je fijn kerstfeest in het Spaans?
A
Bon Noelle
B
Bueno Kersti
C
Feliz Navidad
D
Feliz Natal

Slide 50 - Quiz

In welk land woont de Kerstman?
A
Azie
B
Denemarken
C
Zweden
D
Canada

Slide 51 - Quiz

En de winnaar is......

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide