KCB Drama Introductie Spanning en Sensatie

KCB Drama 
lj 2, dlt 5
"Spanning en Sensatie" 

Introductie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

KCB Drama 
lj 2, dlt 5
"Spanning en Sensatie" 

Introductie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het zijn spannende tijden.
Het loopt allemaal anders dan verwacht.
Dus moeten we nog creatiever zijn, dan we al waren...
In deze Lesson-Up vind je: 
- de theorie
- kijkopdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zitten deze lessen in elkaar?
1. We zoeken elkaar op een in Magister ingeroosterd moment op via Teams KCB Drama. Dan zal ik jullie een inleiding en  instructies geven en daar kunnen jullie tijdens die les ook vragen stellen terwijl jullie aan het werk gaan. 

2. Elke week kijk je in je planner wat de bedoeling is met betrekking tot de online les en het huiswerk.

3. Sommigen opdrachten/vragen maak je tijdens het ingeroosterde uur. Andere opdrachten maak je af (als) huiswerk.

4. De praktische opdrachten lever je dan in via It's Learning. De planning van dit vak staat hier ook op.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hieronder vind je een 
Emoties... Daar komen er nogal wat van voorbij in spannende films!

Hieronder vind je een film fragment uit de film "The Blair Witch Project".

Er zitten gedurende het fragment 3 vragen in, die je moet beantwoorden. 

Veel kijk plezier!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 5 - Video

This item has no instructions

00:35
Welke emotie beleeft Heather hier in haar monoloog?
Hoe brengt ze die over op de kijker?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

02:00
Welke emotie is nu heel duidelijk op de voorgrond? Leg uit waardoor het komt en hoe je het ziet aan haar.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

02:12
Wat valt je op aan het camera werk?
Wat doet dat met de kijker?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 1 It's Learning
Ga naar It's Learning en maak de opdracht:

Bekijk de opdracht bij Bronnen > Deeltaak 5 > Drama > Opdracht 1

- Begrippen
- Filmverslag

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De begrippen 1
- Film regie: Een filmregisseur is de persoon die verantwoordelijk is voor de totale uitvoering van een filmproject en wordt ook vaak gezien als de "maker" van de film, zoals de auteur van een boek. De regisseur is echter alleen de artistiek leider van het filmproces en zal altijd een producent naast zich hebben voor de financiële en organisatorische kant van het proces.
- Cinematografie: De techniek van hoe iets gefilmd wordt, hoe het verhaal in daadwerkelijk beeld wordt omgezet.
- Script of scenario:  een blauwdruk van een film of televisieserie. Het beschrijft alles wat er te 'zien' en te 'horen' is in de film tot in het kleinste detail.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Begrippen 2
- Montage: Technisch gezien bestaat montage uit het in elkaar zetten van de gefilmde beelden en de elementen van de geluidsband, in een volgorde die bepaald wordt door de regisseur en in samenspraak met de monteur.
- Camerastandpunten: De camerahoek is de positie van de camera ten opzichte van het gefilmde object. 
Bijvoorbeeld:
Vogelperspectief: Bij vogelperspectief staat de camera hoger dan het gefilmde object.
Kikvorsperspectief: Bij kikvorsperspectief staat de camera lager dan het gefilmde object.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Begrippen 3
- Kadrering: De kadrering bestaat uit de positie van de camera, de keuze van de lens, de hoek van de camera en het ordenen van de ruimte en de gefilmde objecten.
- Filmset: waar speelt het verhaal zich af, welke locaties worden er gekozen? Dat kunnen bestaande locaties zijn, binnen of buiten, maar er kunnen ook virtuele locaties gekozen worden, (in studio’s). De filmset bepaalt voor een groot deel de sfeer van de film.
- Producent:  een filmproducent is een persoon die verantwoordelijk is voor de productie van een bepaalde film. Hij of zij is degene die de financiën en de organisatie van een film overziet en op zoek gaat naar de financiële middelen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Begrippen Vormgeving Film

Kostuums: de kleding en bijpassende attributen die gebruiky worden om de personages uiterlijk vorm te geven. 
- Decor: de vormgegeven ruimte die wordt gebruikt in de film.
- Grime: de techniek die gebruikt wordt voor het versterken van de uiterlijkheden van een personage of om een gedaanteverandering te kunnen bewerkstelligen zoals bijvoorbeeld een zombie grime. 



- Props: de rekwiesiten/attributen/voorwerpen die gebruikt worden in een film om het verhaal te vertellen. 
- Belichting: het licht wat wordt gebruikt in een film, stuurt de aandacht van de kijker, versterkt de sfeer en creeert diepte in het beeld. 
- Score: Filmmuziek, hiermee benadruk je sfeer van de scenes, het tempo van de film.
- Animatie: de techniek die gebruikt wordt om geanimeerde elementen toe te voegen aan een film. Dit kunnen voorwerpen zijn, maar ook karakters/personages. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Spanningselementen
Suspense: de spanning die gecreeerd wordt doordat de kijken al iets meer weet dan het slachtoffer in de film. Maar je weet als kijker dat je kan niets doen.

Jumpscare: onverwacht heftig moment in het beeld waardoor het publiek als het ware opspringt van de schrik.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Woordweb

Bij de onderstaande opdrachten ga je de woordwebs invullen, dit kunnen jullie later nog gebruiken als inspiratie.

Kruip dus in de huid van de regisseur, de acteurs en de componist. Wat zie je vaak terug in een spannende film? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke locaties worden er veel gebruikt in het genre horror/thriller? 

Slide 17 - Mind map

Inventariseren veel voorkomende elementen in horror/thriller. 
Welke personages komen er veel voor in het genre horror/thriller? 

Slide 18 - Mind map

Inventariseren veel voorkomende elementen in horror/thriller. 
Welke voorwerpen/beelden worden er veel gebruikt in het genre horror/thriller? 

Slide 19 - Mind map

Inventariseren veel voorkomende elementen in horror/thriller. 

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions