2.2 de spreiding van steden in een land

H2: Steden
§2.2: De spreiding van steden in een land
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H2: Steden
§2.2: De spreiding van steden in een land

Slide 1 - Slide

Planning
Herhalingsvragen 2.1 
Klassikale uitleg  2.2 
Huiswerk maken 
Leerdoelencheck 

Slide 2 - Slide

Herhalingsvraag 1
Wat houdt urbanisatie in, volgens jullie?

Slide 3 - Slide

Tijdlijn
Urbanisatie
na 1870
 Is het wegtrekken van mensen vanuit het platteland naar de stad.

Slide 4 - Slide

Herhalingsvraag 2
Is Tokio zowel een megastad als wereldstad?
 

Slide 5 - Slide

Herhalingsvraag 3 Wat betekent verstedelijkingsgraad
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.

Slide 6 - Quiz

Vraag 1. Tokio is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 7 - Quiz

Vraag 4. 2 beweringen

1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad
2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 8 - Quiz

Vraag 6. Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de stedelijke bevolking jaarlijks toeneemt.
D
De groei van het aantal steden in een land.

Slide 9 - Quiz

Vraag 7. Maak de juiste combinaties.
rijk land
arm land
arm land
rijk land
hoge verstedelijkingsgraad
lage verstedelijkingsgraad 
hoog verstedelijkingstempo 
laag verstedelijkingstempo

Slide 10 - Drag question

Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.

Slide 11 - Slide

Waar zou jij een stad plaatsen?
En waarom?

Slide 12 - Slide

Gebiedskenmerken
Niet elk gebied is geschikt voor steden.

Wel geschikt: voldoende neerslag, niet te koud, bereikbaar (rivieren, wegen), vlak, vruchtbaar, aan de kust.

Slide 13 - Slide

Relatieve ligging
Relatieve ligging = ligging ten opzichte van andere plaatsen. 'Gent ligt 54km ten westen van Brussel, en is 50 minuten rijden'. 

  • Steden midden in het land, of juist aan de grens/kust
  • goede verbindingen met andere steden

Bijvoorbeeld: Brussel 'spin in het web'
Stedelijk netwerk

Slide 14 - Slide

Primate city
De primate city is de grootste en meest dominante stad in een regio op gebied van bevolking en functies (politiek, cultureel en economisch).

Ongeveer vijf keer groter dan de tweede stad (soms ook minder…)

Lagos en Bangkok zijn voorbeelden


Primate cities vind je vaak in arme landen. In deze landen trekken veel mensen naar de/ een stad vanwege economische kansen. Daarnaast groeit de bevolking in deze landen snel, waardoor een dergelijke stad snel kan groeien

Slide 15 - Slide

Satellietstad Zoetermeer
Er was veel behoefte aan woningen in en rondom Den Haag. Den Haag wilde Leidschendam als satellietstad. Dit werd uiteindelijk Zoetermeer omdat Zoetermeer bereid was wel uit te breiden

Slide 16 - Slide

Satellietstad
Nieuwe stad, buiten de oude stad, om de oude stad te ontlasten en om de bevolking te spreiden.
Voorbeeld: Caïro - heeft diverse satellietsteden (new towns) en Egypte krijgt zelfs een nieuwe hoofdstad!

Slide 17 - Slide

Stratenpatroon van een oude stad
- Smal en kronkelig
- Alles ging te voet
- Zoveel mogelijk binnen
de stadsmuren 
- Veel in Europa

Slide 18 - Slide

Voetboogstraat - Amsterdam centrum
Marrakech

Slide 19 - Slide

Stratenpatroon 
in een nieuwe stad

- Recht, veel blokken
- Alles met de auto (brede wegen)
- Veel in de Verenigde Staten
- Grid


Slide 20 - Slide

Koloniale dubbelstad

Slide 21 - Slide

Koloniale dubbelstad
Stad met een oud (islamitisch) centrum (medina) en een modern deel uit de koloniale tijd (ville nouvelle).


Medina
Smalle, doodlopende straten/ steegjes en ramen vaak hoger dan ooghoogte (privacy!), ommuurd

Medina (2)
Ville nouvelle
Door de koloniale machten (in geval van Marokko was dat Frankrijk) werden moderne stadsdelen tegen de medina gebouwd. Het straatpatroon is recht, breed met Euopese gebouwen. Vb. Marrakech.

Slide 22 - Slide

Koloniale dubbelstad
Medina: Oude stad
Historisch

Ville nouvelle:
Geplande stad/nieuwe stad
Westerse invloed

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.

Slide 24 - Slide

Nu:
De eerste 10 min. werk je zelfstandig en in stilte.
Lezen blz. 74 en 75 paragraaf 2.2
Maken blz. 76 vraag 3-5-6
Ben je klaar?
-Zet dan de begrippen in StudyGo
-Maak een mindmap van 2.2 of 2.3

Slide 25 - Slide