Metaal I

Thema metaal I
1 / 54
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmboLeerroute VLLeerroute VBLeerroute VKLeerroute VG

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Thema metaal I

Slide 1 - Slide

Wat weet je al over het onderwerp metaal
Huiswerkopdracht 1

Slide 2 - Mind map

Inleiding
Doelstellingen                                                          Opruimen       
competenties                                                           Zelfbeoordeling competenties
Metaal theorie                                                          LOB
  • filmpje                                                                 Huiswerkopdracht 1,2 en 3
  • metaalsoorten                                                     Begrippenlijst
  • Ijzerhoudende en niet ijzerhoudende metalen   
  • Kenmerk van ijzerhoudende metalen               
  • kenmerk van niet ijzerhoudende metalen       
  • Metaal bewerken
  • Metaal op maat maken
  • Boren in metaal
  • Vijlen en schuren
  • Polijsten
  • Toegepast rekenen
  • Praktische handelingen
  • Praktische opdracht 1
  • Praktische opdracht 2
Inhoudsopgave

Slide 3 - Slide

In deze module gaan we leren werken met verschillende soorten metaal. Hoe kan je metalen het best bewerken zonder dat ze beschadigen. In deze modulen leer je ook welke verschillende metaalsoorten er zijn,  bewerkingstechnieken toe te passen en gebruik van de gereedschappen. Dit doen wij door het maken van twee werkstukken, flesopener en een metalen robot of een sleutelhanger. Tijden deze lessen werken we ook aan onze competenties, deze zijn.  
• Materialen en middelen inzetten
• Instructies en procedures opvolgen
• Kwaliteit leveren

Inleiding

Slide 4 - Slide


Tijdens deze les ga je het volgde leren:

  • Verschillende metalen benoemen en aanwijzen.
  • Op verschillende manieren meten, aftekenen, zagen, vijlen, schuren en boren, verbinden.
  •  Je kan het toegepaste gereedschappen benoemen en gebruiken  

Doelstellingen

Slide 5 - Slide

Competenties
Aan deze competenties ga je werken:
• K 2.9 Hoe zet je materialen en middelen in
• K 2.15 Kwaliteit leveren
• K 2.16 Instructies en procedures opvolgen 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Metaalsoorten 
Er zijn vele voorwerpen van metaal gemaakt. Je kunt er vast wel een paar opnoemen.
Er zijn verschilleden soorten metaal. Een vliegtuig is van aluminium gemaakt omdat deze zo licht mogelijk moet zijn. Een schaar is van staal omdat deze hard moet zijn.


Tin
Plaatstaal
Verzinkt staal
koper
Messing
Zilver
Staal

Slide 8 - Slide

Noem een aantal voorbeelden die van verschillenden metalen zijn gemaakt?

Slide 9 - Open question

ijzerhouden metalen en niet ijzerhouden metalen 
Metalen kunnen we in twee groepen indelen. ijzerhoudende en niet ijzerhoudend. Als een metalen voorwerp wordt aangetrokken, door een magneet, zit er wel ijzer in. IJzer heet in de techniek staal.

Hoe zou je makkelijk ijzerhoudende metalen kunnen scheiden van niet ijzerhoudende?
koperdraad
Verschillenden metalen
Magneet
Staal

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Kenmerk ijzerhoudende metalen
Deze metalen zijn zwaar en roesten. Vaak zijn deze metalen goedkoper. Om te voorkomen dat deze metalen gaan roesten, worden deze metalen beschermde met een laagje die roest voorkomt. Dit laagje kan Chroom of verf zijn. Een paar voorbeelden van ijzerhoudende metalen zijn: 
• staal 360
• gietijzer
• gelegeerdstaal
• roestvaststaal

Slide 12 - Slide

Kenmerk ijzerhoudende metalen
Een bankschroef worden van gietijzer gemaakt. Het vloeibare metaal wordt in een mal gegoten met de vorm van een bankschroef. In de bek van de bankschroef zitten tandjes om meer grip op het materiaal te krijgen wat je er in vastklemt. Als je materiaal niet mag beschadigen moet je er spanplaatjes in klemmen.

Slide 13 - Slide

Kenmerk niet ijzerhoudende metalen
Deze metalen zijn licht en roesten niet. Dit zijn vaak duurzame metalen. Een paar voorbeelden van niet-ijzerhoudende metalen zijn:
• messing
• aluminium
• koper
• tin
• zilver
• goud

Slide 14 - Slide

In welke twee groepen kunnen we metalen indelen?
A
ijzerhoudende metalen en ferro metalen
B
Niet ijzerhoudende metalen en kunststoffen
C
ijzerhoudende en niet ijzerhoudende metalen
D
staal en aluminium

Slide 15 - Quiz

Hoe kunnen we de ijzerhoudende en niet ijzerhoudende makkelijk van elkaar scheiden?
A
Makkelijk te scheiden op kleur
B
Makkelijk te scheiden op gewicht
C
Door ieder metaal te testen of het vonken maakt
D
Met een magneet

Slide 16 - Quiz

Welk voorbeeld is een niet ijzerhoudend metaal?
A
Staal
B
Gietijzer
C
Roestvaststaal
D
Messing

Slide 17 - Quiz

Noem twee kenmerken van tin?
A
Zilverkeurig en magnetische
B
Zilverkleuring en niet magnetische
C
Buigzaam en magnetische
D
Niet buigzaam en niet magnetische

Slide 18 - Quiz

Waarmee kunnen we gietijzeren hekken mee beschermen tegen roest?

Slide 19 - Open question

Wat is roesten?

Slide 20 - Open question

Metaal bewerking
Om voorwerpen van metaal te kunnen maken moeten we deze gaan bewerken. Enkele van deze bewerkingen zijn
• zagen
• knippen
• boren
• vijlen
• schuren
• polijsten

zagen
plaatschaar
kolomboor
vijlen
schuren
polijsten

Slide 21 - Slide

Metaal op maat maken
Eerst moet je met een duimstok uitmeten waar je bijvoorbeeld een stuk metaal van de stip
vanaf moet halen. Voor een rechte lijn gebruik weer een winkelhaak. Om een metalen strip op maat te maken kan je deze op maat zagen of knippen met een metaalzaag of plaatschaar. Bij een metaalzaag staan de tandjes van het zaagblad naar voren. Om het metaal te verspanen. Als je de plaatschaar gaat gebruiken denk dan om de lange hefboom en veiligheidspen in de schaar. Omdat er een grote hefboom aan zit, kan je met een klein kracht een grote kracht uitoefenen. 

metaalzaag
juniorzaag
tanden naar voren
plaatschaar
winkelhaak
duimstok

Slide 22 - Slide

Boren in metaal
Als je gaatjes in het metaal wil boren moet je eerst met de centerpunt een putje in het
metaal slaan om te voorkomen dat de boor weggeleid.
  • Klem je werk goed vast in de boorklem zodat je niet je verwond aan je handen en ogen. Zet ook altijd een veiligheidsbril op. 
  • Heb je lang haar doe je haar in een knot.
  • Voordat je gaat boren doe een klein beetje boorolie op de plaats waar je gaat boren. Dit is om te voorkomen dat de boor bot word.
  • Als je een groot gat in metaal wilt boren b.v. 10 mm dan moet je eerst met een kleinere boor gaan voorboren. Eerst 4mm dan 6mm en dan 8mm.

Centerpunt,
schuin en scherp
boorklem
veiligheidsbril
boorolie
spiraalboor

Slide 23 - Slide

Vijlen en schuren
Na het zagen ga je de scherpe randen vijlen. Dit moet je doen om te voorkomen dat je 
handen aan de scherpe randen openhaalt. 
De oppervlakte van metaalvijlen zijn fijner dan die van houtvijlen zie afbeelding. Om nog een gladder resultaat te krijgen ga je met schuurlinnen de randen schuren.

  • Als je op de achterkant van het schuurpapier kijkt zie je een getal staan. Hoe groter dit getal hoe fijner het schuurpapier. De zandkorrels die er op zitten worden dan steeds kleiner.P100 betekend dan 100 korreltjes per cm2

plattevijl
rondevijl
structuur vijlen
schuurlinnen P100

Slide 24 - Slide

Polijsten
Om er voor te zorgen dat je werkje mooi gaat glimmen, kan je met de polijstmachine
het metaal laten glimmen. Zet bij het polijsten een veiligheidsbril op en let op je handen. 

  • Op de polijstschijf moet voldoende polijstmiddel zitten
polijstmachine
vijligheidbril
polijstmachine

Slide 25 - Slide

Hoe staan de tandjes van een metaalzaag?
A
naar achteren
B
naar voren

Slide 26 - Quiz

Waarom moet je voor centeren als je gaat boren?

Slide 27 - Open question

Wat kan er gebeuren als je geen boorolie gebruikt bij het boren in metaal?
A
de boor word heet en word hierdoor bot
B
hoor je vreselijk piepgeluid op het metaal
C
de boor breekt meteen
D
de boor draait makkelijker

Slide 28 - Quiz

Waarom moet je voorboren met een kleinere boor als je een boorgat van 8 mm wilt maken?

Slide 29 - Open question

Ik wil iets super glad schuren, welk schuurpapier kan ik beter gebruiken en waarom, schuurpapier met het getal 400 of 80?
A
Het schuurpapier met getal 400, meer zandkorrels per cm2
B
Het schuurpapier met getal 80, minder zandkorrels per cm2
C
Het schuurpapier met getal 400, 400 zandkorrels per stekende M
D
Het schuurpapier met getal 80, 80 zandkorrels per stekende M

Slide 30 - Quiz

Laat bij je antwoord altijd de berekening zien
Toegepast rekenen

Slide 31 - Slide

Hoeveel boekensteunen kan jij maken?
Je wilt een boekensteun maken. hiervoor moet je een metalenplaat bestellen in een 
webshop. 
 
  • Je gaat berekenen hoeveel boekensteunen je uit 1 metalenplaat kan maken
  • Wat kost 1 boekensteun
  • De boekensteun die jij gaat maken heeft de volgende afmeting 250 x 100 x 2
  • Je kiest voor de volgende metalenplaat in de webwinkel: afmeting staalplaat                         500 x 1000 x 2.0
  • Gebruik kladpapier bij je berekening

Zie volgde slide voor meer informatie van uit de webshop. De slide daarna kan je de kosten uitrekenen volgens aangegeven stappenplan.

Slide 32 - Slide

Webshop Yuverta metaal 
Metalenplaat
Tip: let op hoe lang de metalenplaat is die je kan bestellen en welke maat eenheid

Slide 33 - Slide

Wat betekend de afmeting 500 x 1000 x 2.0
A
de lengte is 500 mm, de breedte 1000 mm en dikte 2 mm
B
de breedte is 2mm, de lengt 1000 mm en dikte 500 mm
C
de breedte is 500mm, de lengte 1000 mm en de dikte 2 mm
D
de breedte is 500 mm, de lengte 2mm en dikte 1000 mm

Slide 34 - Quiz

Reken uit volgens onderstaande stappenplan
stap 1 hoeveel kost de plaat staal in de webshop?
stap 2 hoe groot is de boekensteun die jij gaat maken?
stap 3 hoeveel boekensteunen kan je maken uit 1 plaatstaal?
stap 4 wat kost 1 boekensteun ?

Slide 35 - Open question

Praktische handelingen

Slide 36 - Slide

Je krijgt een stukje messing strip van 70mm x 25mm hiervan kan je een flesopener of een naamplaatje van maken.
eisen aan de opdrachtzijn:
  • er moet een sleutelring door een gaatje kunnen
  • Er moet een tekst op gegraveerd worden
  • Alle scherpe randen moeten glad zijn en hij moet glimmen

  1. Ontwerp je eigen flesopener of naamplaatje.
  2. Laat je ontwerp controleren door je laar.
  3. Knip het papier uit en neem het met grijspotlood over op je messingstrip.
  4. Ga vervolgens aan de slag zoals je geleerd heb.
Tip: extra creativiteit word rekening mee gehouden in de beoordeling
Praktische opdracht 1 flesopener

Slide 37 - Slide

Uit de komende 2 opdrachten mag je een keuze maken
  • sleutelhanger
  • metalenrobot.
Volg de instructies die bij het werkstuk word aangeleverd en pas je geleerde vaardigheden toe.








Praktische opdracht 2 Sleutelhanger

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.9 Hoe zet je materialen en middelen in
Waarom heb je deze materialen gebruikt?
Op welke veiligheids punten moet je letten bij deze materialen en middelen?

Slide 40 - Open question

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.15 Kwaliteit leveren
Aan welke eisen moet je werk voldoen?
Welke oplossingen heb je hiervoor bedacht omdat te
te bereiken?

Slide 41 - Open question

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.16 Instructies en procedures opvolgen
Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd in de les?
Op welke voorschriften moet je letten?

Slide 42 - Open question

Bekijk op de volgde slide het filmpje en kijk goed welke beroepen er allemaal in zitten verwerkt. 
Je kan ook de beroepen opschrijven uit de vorige filmpjes.
LOB

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Welke beroepen heb je allemaal kunnen zien in het filmpje?

Slide 45 - Open question

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht 1
Liniaal
Drevel
schuin en stomp
Veiligheidsbril
boorklem
Duimstok
Bril
Kruipolie
Bankhamer
Metalenbankschroef
Kolomboor
Doorslag
recht en stomp
Centerpunt
schuin en scherp
Boorolie

Slide 46 - Drag question

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht 2
platina
Staal
Goud
zink
Zilver
Gietijzer
Verzinktplaatstaal
roestvaststaal
Kunststof
Tin
Koper
Aluminium
Messing

Slide 47 - Drag question

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht 3
plattevijl
Boorolie
Lasapparaat
Slijptol
rondevijl
Halfrondevijl
Bankschroef
Magneet
Winkelhaak
Blokhaak
Polijstmachine
Kolomboormachine
Spuitbus

Slide 48 - Drag question

A
B
Beschermen
Metaal voorzien van een laagje verf om roesten te voorkomen
Bewerken
Metaal in gewenste vorm maken
Boorolie
Is een vloeistof om te voorkomen dat de boor te heet en minder scherp word
Bot
De boor word minder scherp waardoor je er moeilijker een gaat je mee kan maken
C
Centerpunt
De punt herken je aan schuin en een scherpe punt. Hiermee sla je een deukje in het metaal voordat je er een gaatje in gaat boren. Anders kan de boor weggeleiden
Chroom
Chroom is een metaal dat er zilverachtig uitziet en een blauwe glans heeft. Het is heel hard en wordt vaak gebruikt om andere metalen te beschermen tegen roest.
D
Doorslag
De punt herken je aan recht en stomp. Je kan hiermee een pen uit een scharnier tikken
Drevel
De punt herken  je aan schuin en stompe punt. Hiermee kan je spijkers verder in het hout slaan.
Begrippenlijst

Slide 49 - Slide

D
Duurzame metalen
Duurzame metalen zijn metalen die op een milieuvriendelijke manier worden gewonnen, gebruikt en hergebruikt. Ze zijn belangrijk omdat ze minder schade aanrichten aan de natuur en vaak goed te recyclen zijn
E
F
G
Gietijzer
Gietijzer is een soort metaal dat wordt gemaakt door gesmolten ijzer in een vorm te gieten. Het is heel sterk, maar ook een beetje breekbaar.
Graveren
Graveren in metaal betekent dat je met een speciaal gereedschap of machine een tekening, tekst of patroon in het metaal snijdt. Dit kan bijvoorbeeld met een laser of een graveermachine.
H
Hefboom
Het hefboomprincipe is eigenlijk een slimme manier om minder kracht te gebruiken om iets zwaars te tillen of te bewegen
I
ijzerhoudende metalen
Een ijzerhoudend metaal wordt vaak aangeduid als een ferrometaal. Dit zijn metalen die ijzer bevatten, zoals staal en gietijzer
J
K
Kenmerken
verwijst naar een eigenschap of een beschrijving die iets of iemand onderscheidt.
Begrippenlijst

Slide 50 - Slide

L
M
Magneet
Een magneet is een voorwerp dat bepaalde metalen zoals ijzer en staal kan aantrekken. Denk bijvoorbeeld aan de magneten die vaak op een koelkast zitten.
Metalen strip
Dit is een langwerpig metalen plaatjes.
Metalen buis
Dit is een ronde hole langwerpige buis.
N
Niet ijzerhoudende metalen
Niet-ijzerhoudende metalen, ook wel non-ferrometalen genoemd, zijn metalen die geen ijzer bevatten. Voorbeelden hiervan zijn aluminium, koper, lood en zink
O
P
Plaatschaar
Hiermee kan je metaal mee doorknippen
Polijsten
Hiermee kan je voorwerpen glad en glimmend maken
Q
Begrippenlijst

Slide 51 - Slide

R
Roesten
Roesten is een proces waarbij ijzer of staal wordt aangetast door een chemische reactie met zuurstof en water. Dit zorgt ervoor dat er een roodbruine laag
S
Structuur
De structuur op een vijl verwijst naar de groeven of ribbels die op het oppervlak van de vijl zijn aangebracht. Deze groeven helpen bij het verwijderen van materiaal van een werkstuk, zoals metaal
T
U
Uitmeten
dat je nauwkeurig de afmetingen en markeringen op een werkstuk bepaalt voordat je begint met bewerken. Dit doe je met behulp van meetgereedschap zoals een duimstok, winkelhaak of schuifmaat
V
Vakkennis
Je beschikt over informatie over de opdracht die je moet weten / uitvoeren.
Verspanen
Verspanen van metaal betekent dat je stukjes materiaal weghaalt om een metalen werkstuk de juiste vorm te geven.
Vijlen
Vijlen bij metaal betekent dat je met een speciaal gereedschap, een vijl, het oppervlak van metaal glad maakt of in een andere vorm brengt. Het is een techniek waarbij kleine stukjes metaal worden verwijderd om bijvoorbeeld scherpe randen weg te halen of het metaal precies passend te maken.
Begrippenlijst

Slide 52 - Slide

W
X
Y
Z
Begrippenlijst

Slide 53 - Slide

Thema metaal I


Controleer of je alle vragen en opdrachten heb gemaakt



Slide 54 - Slide