Nederlands 2 - academische woordenschat

• Nederlands
• Hoger onderwijs

Nederlands 2 - academische woordenschat

Verduidelijken

1. refereren aan
2. expliciteren
3. specifiëren
4. nuanceren

Maak een zin met 'specifiëren'

Samenvatten in je eigen woorden

1. expliciteren
2. inventariseren
3. parafraseren
4. parafraseren

Kort herhalen, resumeren

1. recapituleren
2. remediëren
3. poneren
4. expliciteren

Maak een zin met het woord recapituleren

Stellen

1. nuanceren
2. poneren
3. refereren aan
4. expliciteren

Maak een zin met het woord stellen