Mijn proefles

Workshop Client
Leerjaar 2
Thema Cliënten met een aandoening aan de zintuigen 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Workshop Client
Leerjaar 2
Thema Cliënten met een aandoening aan de zintuigen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
  • Aan welk thema is er nog behoefte?
  • Nog vragen over de eindopdrachtt? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • introductie
  • uitleg
  • check
  • verdieping 
  • evaluatie
  • afsluiting  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij een aandoening aan de zintuigen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Het belang van de workshop
Je komt met verschillende doelgroepen in aanraking.
het belangrijk te weten wie je voor je hebt.
De theorie beheersen voordat je op een juiste manier kan begeleiden.
Tijdens deze cursus leer je door middel van diverse workshops de basiskennis die belangrijk is wanneer je als MZ er, met verschillende doelgroepen in aanraking komt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De uitleg 
  • Slechtziendheid en blindheid
  • Slechthorendheid en doofheid  

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

Uitleg de anatomie en werking van het oog
Noem 3 oorzaken van slechtziendheid en blindheid.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Oogafwijkingen 
Een aantal oogafwijkingen zal je als begeleider regelmatig tegen komen. Het is belangrijk de afwijkingen en de gevolgen ervan te kennen om de cliënt van juiste begeleiding te voorzien.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oogontsteking 
  • Het oog is rood, gezwollen en traant hevig
  •  Een ziekte, allergie of  een virus/bacterie is vaak de oorzaak
  • De huisarts moet ingeschakeld worden
  • Het oog moet regelmatig schoongemaakt worden 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Entropion of ectropion
  • Het naar binnen of naar buiten gekeerd zijn van de oogleden
  •  Ontstaat door knijpen, door spasmen of verslapping van de spieren 
  • De ogen drogen uit > oogdruppels
  • chirurgisch kan dit opgelost worden 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Grijze staart
  • De lens in het oog is troebel/ grijze gloed
  •  kan ontstaan door verwonding, ontsteking of door ouderdom
  •  klachten wazig zien, dubbel zien en verblinding door licht
  • Operatief nieuwe lens plaatsen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Groene staar 
  • verzamelnaam voor allerlei aandoeningen die leiden tot afsterving of beschadiging van de oogzenuw
  •  Gevolg vernauwing van het zichtveld "kokerblik"
  • Therapie met oogdruppels of een operatie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Netvlies loslating 
  • Ontstaat door beschadiging of ziekte
  • Klacht plotseling slecht zien'
  •  Behandeling operatief of met laserstralen 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Refractieafwijkingen  
  • Fouten in het optische systeem van het oog
  • De lichtstralen komen voor of juist achter het brandpunt in het oog 
  •  Bijziend of verziend 
  • Behandeling plus of min glazen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hemianopsie
  • Halfzijdige blindheid
  •  Optische zenuwbanen functioneren niet goed
  • Gevolgen een blinden vlek
  • Begeleiding in dagelijks leven nodig 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten begeleiding blinden/slechtziende 
  • Bied de visueel gehandicapte een arm of een schouder aan.
  • Tijdens het leiden loop je voorop
  • Loop rustig, visueel beperkten lopen uit voorzichtigheid gemiddeld langzamer. 
  • Geef waarschuwingen bij op of afstapjes  
 Bij het betreden van een trap waarschuwt u met: “Opgelet, er volgt een trap naar boven / naar beneden” In dit geval legt u de hand van de visueel beperkte op de leuning. Waarschuw tevens als u het einde van de trap nadert.
Let bij roltrappen extra goed op, aangezien het op- en afstappen een extra risico vormt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een rood, gezwollen en tranend oog treed op bij.
A
Netvlies loslating
B
Afsterving oogzenuw
C
Staar
D
Oogontsteking

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Staar
A
Komt alleen bij ouderen voor
B
Geeft een grijze gloed over het oog
C
Ontstaat door spasmen
D
Heeft altijd een oogbeschadiging tot gevolg

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt het dat de gevolgen van een visuele beperking groter zijn voor iemand met een verstandelijke beperking

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Leg uit waarom goed zien belangrijk is voor de communicatie met een cliënt

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slechthorendheid of doofheid  
  • niet of zeer slecht kunnen horen
  •  ontstaan door een syndroom, erfelijk, ontstekingen en ziekten 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Aandoeningen aan het gehoor
  • oorsuizen
  • slechthorendheid  

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Beleidingsslechthorendheid en waarnemingsslechthorendheid 
Bij geleidingsslechthorendheid wordt het geleid naar het oor toe gedempt door bijv. een scheurtje bij waarnemingsslechthorendheid wordt het geluid vervormt. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten 
  • clienten kunnen soms oor problemen niet aangeven
  • controleer en maak regelmatig schoon
  • wees alert op afwijkend gedrag of grijpen naar de oren

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Doofheid
  • niet of zeer slecht kunnen horen
  •  erfelijk, ziekte, ongeval of langdurige blootstelling aan harde geluiden 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aangeboren doofheid 
  • Vanaf de geboorte doof of slechthorend
  •  Het binnenoor of gehoorzenuw is niet goed ontwikkeld
  • Er bestaat geen genezing

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Later verworven doofheid 
  • Het verlies van het gehoor na het derde levensjaar
  •  soms kan gehoortoestel wat betekenen 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Benoem de verschillende gehoortoestellen

Slide 31 - Mind map

hoor toestel voor achter het oor
Hoortoestel voor in het oor
kasthoortoestel 
beengeleider
cochleair implantaat 
Communicatie met doven/slechthorende 

Slide 32 - Slide

kijk een dove altijd aan
articuleer duidelijk
spreek langzaam en rustig
heb geduld herhaal waar nodig
zorg voor lichte ruimte
maak contact
besef dat een hoor toestel een hulpmiddel is geen geneesmiddel 
Noem 3 belangrijke punten waar je op moet letten met het communiceren met doof of slechthorend iemand?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Totale communicatie met cliënten met auditieve of visuele beperking 
Het betekent dat je niet alleen in woorden communiceert maar ook via gebaren, aanrakingen of voorwerpen. 

Veel gebruikte methodiek is weerklank 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblikken 
  • zijn er nog vragen
  • volgende week thema  
  • Cliënten met een beperking en seksualiteit 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions