Bouwperioden met kenmerken:
- 19e eeuwse arbeiderswijk: vaak lagere leefbaarheid maar tegenwoordig ook vaak gentrificatie
- vooroorlogse wijk ('1930): na invoering woningwet, dus ruimer en met riolering.
- na-oorlogse hoogbouw: flats vroeger voor gezinnen, nu wonen er vaak mensen met lagere inkomens.
- woonerven 1970-1990: eengezinswoningen met woonerven (+opkomst groeikernen)
- 1990 - nu: Vinex-wijken aan rand van stad + transformatie in oude delen stad