herhaling alles unité 2 + oefentoets

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Plattegrond A2C
Esmee
Dionne
Kasper
Fernando
Sem
Tibo
Hidde
Julian
Fenna
Shively
Leah
Mette
Robin
Tiffany
Elize
Luc
Kency
Filip
Timo
Wouter
Roan
Jelte
Docent

Slide 2 - Slide

la tâche de début
Vind de fouten. Je mag in tweetallen overleggen.
Trouvez les erreurs.
- Louise, Anna & Thom sont restées à la maison.
- Je n'ai pas fait mon devoirs.
- Ma meilleur ami ne peux pas venir.
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Herhaling alles unité 2
  • Oefentoets
  • Klassikaal nakijken

Slide 4 - Slide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 5 - Slide

Verdeel de vervoegingen
Vouloir
Pouvoir
Nous voulons
nous avons pu
Vous pouvez
Tu veux
Hij mag
U wilt

Slide 6 - Drag question

Sleep de zinnen naar de juiste klok.
Il est midi et demi.
Il est midi et quart.
Il est neuf heures moins vingt-cinq.
Il est quatre heures et demie.

Slide 7 - Drag question

Welke kloktijd hoort bij welke klok?
Il est midi.
Il est trois heures moins le quart
Il est quatre heures et quart
Il est midi et demi.

Slide 8 - Drag question

Combineer de klokken met de kloktijden
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est une heure moins le quart
Il est une heure et demie

Slide 9 - Drag question

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mes amie
D
m'ami

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 11 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) appartement
A
sa
B
leur
C
son
D
leurs

Slide 13 - Quiz

Elles (aller = gaan, passé composé)

passé composé
A
sont allée
B
sont allé
C
sont allés
D
sont allées

Slide 14 - Quiz

Passé composé: het been is gebroken

Slide 15 - Open question

Au travail !
Wat?
Maak de oefentoets


Na 15 minuten gaan we klassikaal nakijken.
Met wie en hoe?
- individueel
- in stilte
Hulp nodig?
Steek je vinger op. Ik loop rond voor vragen.

Tijd?

Klaar? 
Toets alvast nakijken met behulp van je lesboek.
timer
15:00

Slide 16 - Slide