Je kunt uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan.
1 / 8
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 8 slides, with text slides.
Items in this lesson
3.6 nog een rondje boxen
Je kunt uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan.
Slide 1 - Slide
Bedrijven maken winst als ze succes hebben. Over deze winst moeten ze belasting betalen. Dat gebeurt op verschillende manieren. Het hangt bijvoorbeeld af van de ondernemingsvorm. In deze paragraaf leer je hoe de overheid de winst van ondernemingen belast en hoe de inkomstenbelasting in box 3 wordt uitgerekend.
Slide 2 - Slide
Winst van vennootschappen
Ondernemers kunnen een bedrijf opzetten als een besloten vennootschap (bv). De namen van de eigenaar van zo’n bedrijf staan in een aandeelhoudersregister. Andere vennootschappen hebben zo’n register niet, dat zijn naamloze vennootschappen (nv). Iedereen kan de aandelen van nv’s kopen. De winst van bv’s en nv’s is de heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting.
vennootschapsbelasting
Belasting over de winst van een bv of nv.
Slide 3 - Slide
Box 2
Over de winst van een nv of bv wordt vennootschapsbelasting geheven. Deze bedrijven kunnen winst uitkeren aan de eigenaren. Over die winstuitkering moeten de eigenaren inkomstenbelasting betalen in box 2. In box 2 is sprake van proportionele belastingheffing, want de belasting over de winstuitkering is een vast percentage. Het maakt niet uit of dit inkomen hoog of laag is. Je leerde in paragraaf 5 dat er in box 1 progressieve belastingheffing is. In box 1 worden de winsten belast van ondernemers met een eenmanszaak en vennootschap onder firma.
proportionele belastingheffing
Het belastingpercentage blijft gelijk, bij een laag als een hoog inkomen.
Slide 4 - Slide
Box 3 is bestemd voor inkomsten uit spaar- en beleggingsgeld, zoals rente, huur en pacht. Ook de dividenduitkeringen aan kleine aandeelhouders met minder dan 5% van de aandelen horen hierbij. De Belastingdienst let niet op de werkelijke hoogte van deze inkomsten. Ze gaat ervan uit dat het vermogen een door haar vastgesteld percentage rendement oplevert. Dat rendement is de grondslag voor de belasting in box 3. De belasting in box 3 heet dan ook vermogensrendementsheffing.
Slide 5 - Slide
vermogensrendementsheffing
De belasting die spaarders en beleggers moeten betalen over het rendement van hun vermogen.
Slide 6 - Slide
Berekening in box 3
De Belastingdienst past sinds 2017 een progressief tarief toe op het rendement van het vermogen. Hoe hoger het vermogen, hoe hoger het percentage rendement (afb. 43). Op die manier wordt het rendement berekend waarover men belasting moet betalen. Kleine spaarders en beleggers hebben niets met box 3 te maken, want hun belegd vermogen is voor een flink deel vrijgesteld van belastingheffing.