LES 16 - HOE GEBRUIK JE HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS

LES 16 - HOE GEBRUIK JE HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

LES 16 - HOE GEBRUIK JE HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS

Slide 1 - Slide

Na deze les weet je....
  • Wanneer je hoofdletters gebruikt.
  • Hoe je leestekens zoals een punt, vraagteken en komma goed inzet.
  • Hoe je zinnen schrijft die iedereen snapt!

Slide 2 - Slide

VRAAG
Waarom zijn hoofdletters zo belangrijk?


Slide 4 - Slide

HOOFDLETTERS
de kat sprong op de tafel daarna at hij het brood op

Slide 5 - Slide

HOOFDLETTERS
Wat gebeurt er?

  • Zonder hoofdletters en leestekens lijkt het één lange zin, en het is moeilijker te begrijpen.

  • Het ontbreekt aan pauzes en structuur, waardoor je als lezer meer moeite hebt om het goed te lezen.
de kat sprong op de tafel daarna at hij het brood op

Slide 6 - Slide

LEESTEKENS >> PUNT.
Wanneer gebruik je een punt?

Aan het einde van een gewone zin:
Voorbeeld: "Ik ga naar school."

Let op: Gebruik één punt, geen meerdere!
Fout: "Ik ben blij...."
Correct: "Ik ben blij."

Slide 7 - Slide

LEESTEKENS >> ?????
Wanneer gebruik je een vraagteken?

Aan het einde van een vraag:
Voorbeeld: "Hoe laat is het?"

Om duidelijk te maken dat iets een vraag is.
Fout: "Kom je mee naar huis."
Correct: "Kom je mee naar huis?"

Slide 8 - Slide

LEESTEKENS >> !!!!
Om emoties te tonen (zoals blijdschap, boosheid, verrassing:
Voorbeeld: "Wat een mooie dag!"
Voorbeeld: "Stop!"

Om iets extra duidelijk of krachtig te maken.
Let op: Gebruik niet te veel uitroeptekens achter elkaar!
Fout: "Pas op!!!"
Correct: "Pas op!"

Slide 9 - Slide

LEESTEKENS >> KOMMA ,,,,
Bij een opsomming:
Voorbeeld: "Ik hou van pizza, pasta, en ijs."

Om een pauze in een zin aan te geven:
Voorbeeld: "Als het regent, blijf ik thuis."

Voor een verbindend woord (zoals 'maar', 'want', 'omdat'):
Voorbeeld: "Ik wil graag komen, maar ik heb geen tijd."

Slide 10 - Slide

LEESTEKENS >> DUBBELE PUNT : : : : 
Wanneer gebruik je een dubbele punt?
Bij een opsomming:
Voorbeeld: "Ik neem mee: een pen, een schrift, en een rekenmachine."

Als je wat uitlegt:
Voorbeeld: "Ik blijf thuis: het regent te hard."
Voor een citaat:
Voorbeeld: De docent zei: "Goed gedaan!"

Slide 11 - Slide

KLASSIKAAL - MK LES 16 1 T/M 4

Slide 12 - Slide

ZELFSTANDIG MAKEN
Start met het maken van LES 16
oefening 6 t/m 15 op blz 36 & 37. Ben je klaar? > 10 min Quizlet

Slide 13 - Slide