Les 5A - Romeinen en germanen

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C - 500 n.C
Oudheid
KA 4-8
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C - 500 n.C
Oudheid
KA 4-8

Slide 1 - Slide

Plan vandaag
  • Uitleg KA 7: Confrontatie Germanen
  • Documentaire Germanen
  • Opdrachten 2.4

Slide 2 - Slide

Basisinfo
  • H2: §2.1 t/m §2.4
  • Tijdvak: Tijd van Grieken en Romeinen, 3000 v.C. to 500n.C.
  • periode: Oudheid
  • Kenmerkende aspecten:

 
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
6. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 3 - Slide

§2.4 Romeinen en Germanen
    Kenmerken van de Germaanse cultuur
  • Romeinen hebben niet-Romeinse volken namen gegeven. Germanen leven ten noorden en oosten van de Rijn, Kelten ten westen
  • landbouwsamenleving
  • geen schrift
  • veel strijd tussen verschillende volken

Slide 4 - Slide

§2.4 Romeinen en Germanen
    Contacten tussen de Germanen en Romeinen
  • RR was aantrekkelijk vanwege de welvaart
  • Contact aan de Rijngrens was meestal vreedzaam
  • Germanen werden opgenomen in legers + veel samenwerking
  • Er werden verdragen gesloten met Bataven om het grensgebied te beschermen.
  • Door bondgenootschappen hadden beide voordelen: ontstaan mengcultuur

Slide 5 - Slide

§2.4 Romeinen en Germanen
    Val van het Romeinse Rijk
  • Epidemieën: hoge sterfte dus productie en handel neemt af
  • Bestuur kan veiligheid niet garanderen: burgeroorlogen
  • 395 splitsing Romeins Rijk
  • bewaking van de grenzen is slecht: niet genoeg soldaten
  • Veel last van migratie van volken die zich niet aanpassen aan de Romeinse gebruiken en eigen staten stichten: massale volksverhuizingen
  • 476 val van het West-Romeinse Rijk

  • Germaanse elite bewaard Romeinse cultuur 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Taak §2.4 
Opdracht 1. overzicht

1a. Noteer op welke drie manieren de Romeinen in contact kwamen met de Germanen

1b. Het contact tussen de Romeinen en de Batavieren kenmerkte zich door een bondgenootschap.
  • Geef zowel voor de Romeinen als de Batavieren een reden om een bondgenootschap te sluiten

Slide 8 - Slide

Taak §2.4 
Opdracht 2. de ondergang van het Romeinse rijk 

2a. Neem over en vul in:
Oorzaken val Romeinse rijk

Economisch
Sociaal
Militair
Politiek

Slide 9 - Slide

Taak §2.4 
Opdracht 2. de ondergang van het Romeinse rijk 
2b. De verschillende oorzaken kan je verdelen in externe- en interne oorzaken.
  • Geef voor beide een voorbeeld

2c. Een uitspraak:

‘Voor de val van het Romeinse rijk kan zowel het jaar 395 als 476 worden gebruikt.’

  • Leg deze uitspraak uit

Slide 10 - Slide


  1. Klaar met de taak? Kijk de opdrachten na (zie itslearning voor antwoorden)
  2. Maak een samenvatting van 2.4
  3. Maak de d-toets van H2

Slide 11 - Slide