In de kern beantwoord je de 5 W's en de H
Wie, Wat, Waar, Waarom, Wanneer en Hoe
Bijvoorbeeld:
In de tweede periode van klas 2 moeten we stage lopen. Mijn stage heb ik op de zorgboerderij gedaan. ik moest er verschillende taken doen zoals de dieren eten geven, het terrein schoonvegen, helpen met de hokken schoonmaken en de dieren naar buiten en binnen laten.
In het begin had ik nog veel hulp nodig, maar al snel kon ik de taken zelfstandig doen.