Paragraaf 6.4 Is de schatkist goed gevuld?

Check 6.3 ✅
  • Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?
  • Welke drie soorten belastingen zijn er?
  • Hoe stimuleert de overheid goed gedrag?
  • Hoe remt de overheid slecht gedrag af?
  • Welke andere inkomstenbronnen heeft de overheid?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Check 6.3 ✅
  • Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?
  • Welke drie soorten belastingen zijn er?
  • Hoe stimuleert de overheid goed gedrag?
  • Hoe remt de overheid slecht gedrag af?
  • Welke andere inkomstenbronnen heeft de overheid?

Slide 1 - Slide

Paragraaf 6.4
Is de schatkist goed gevuld?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
    • Wat de rijksbegroting is
    • Wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben
    • Het verschil tussen een begrotingstekort en een begrotingsoverschot
    • Hoe je kunt rekenen met miljarden en miljoenen










            Slide 3 - Slide

            Slide 4 - Video

            Leerdoel 1
            Het verschil tussen de rijksbegroting en miljoenennota

            Slide 5 - Slide

            Op Prinsjesdag presenteert minister van Financiën:

            Rijksbegroting
                            = 
            Overzicht van de 
            verwachte inkomsten 
            en uitgaven voor komend jaar.

            Miljoenennota
                        = 
            Toelichting op rijksbegroting

            Slide 6 - Slide

            Leerdoel 2
            Op welke gebieden geeft de overheid het meeste geld uit?

            Slide 7 - Slide

            Slide 8 - Slide

            Slide 9 - Slide

            Slide 10 - Slide



            Begrotingsoverschot: verwachte inkomsten hoger dan uitgaven

            Begrotingstekort: verwachte uitgaven hoger dan inkomsten

            Slide 11 - Slide

            Als de verwachte uitgaven hoger zijn dan de inkomsten, is er een begrotingstekort.
            De overheid kan dit voorkomen door:
            --> bezuinigen op de uitgaven = minder uitgeven
            --> de belastingen verhogen = meer inkomsten
            Als dat allebei niet lukt, moet de overheid geld lenen.


            Als de verwachte uitgaven lager zijn dan de inkomsten, is er een begrotingsoverschot.
            Met een overschot kan de overheid
            --> meer uitgeven
            --> schulden afbetalen.

            Slide 12 - Slide

            Leerdoel 4
            Van miljoen naar miljard

            Slide 13 - Slide

            Je gaat van miljoen naar miljard door te vermenigvuldigen met 1.000, omdat:
            1 miljoen = 1.000.000
            1 miljard = 1.000.000.000

            Een miljard is dus 1.000 keer zo groot als een miljoen. Daarom doe je ×1000 om van miljoen naar miljard te gaan.

            Slide 14 - Slide

            Aan de slag met 6.4
            ✍🏼 Huiswerk
                    Woensdag 18 juni 2025:
                    paragraaf 6.4 oefening 1 tot en met 13




            Slide 15 - Slide