4v week 4 les 2 chap 4 lire B + parlerB

Qu' est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- On va parler du texte de 4B - Vous avez compris?
- Vous allez parler en duos - l'ex 19 et 25a

Prenez devant vous le texte B à la page 20 et répondez aux questions. Vous avez 20 secondes! 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Qu' est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- On va parler du texte de 4B - Vous avez compris?
- Vous allez parler en duos - l'ex 19 et 25a

Prenez devant vous le texte B à la page 20 et répondez aux questions. Vous avez 20 secondes! 

Slide 1 - Slide

Hoe kwam de artiestennaam van Bebar tot stand?
A
Bébar betekent Meester van de muur
B
Het was therapeutisch bedoeld
C
Bébar heeft een baard

Slide 2 - Quiz

j'ai toujours eu un crayon dans la main.
Waarom zegt Bebar dit?
A
om aan te geven dat hij altijd een potlood bij de hand heeft
B
om aan te geven dat hij altijd al getekend heeft
C
omdat hij potloden van z'n zus heeft gekregen

Slide 3 - Quiz

Hoe is Bébar om het idee gekomen om graffiti te gaan spuiten?
A
Hij kreeg het idee in de trein
B
Hij zag mensen graffiti spuiten
C
Hij kwam op het idee in de les

Slide 4 - Quiz

Bébar houdt meer van stripfiguren dan van abstracte werken
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quiz

Vroeger maakte Bébar illegale tags. Waarom is hij daarmee gestopt?
A
hij vond het vandalisme
B
hij kwam in aanraking met de politie
C
hij vond het té spannend worden
D
hij ging studeren

Slide 6 - Quiz

Bébar woont graag in Parijs omdat hij dan vaak naar musea kan
A
vrai
B
faux

Slide 7 - Quiz

Bébar is nog niet geslaagd voor het examen aan de kunstacademie
A
vrai
B
faux

Slide 8 - Quiz

Vous allez écouter un fragment où on décrit un dessin.
Vous allez dessiner ce que vous allez écouter.

4V chap 4 ex 25
Prenez p 24, exercice 25a

Slide 9 - Slide

Noteer in sleutelwoorden: waar?, wie? en wat er gebeurt.

Slide 10 - Mind map

Nu gaan jullie in duo's de gesprekjes oefenen.
Je krijgt plm 10 minuten
* ex 19 Je kunstwerk- beschrijf je eigen kunstwerk
* ex 25c Beschrijf je tekening. Gebruik de plaatsbepalingen van 25b.                                                    De ander probeert aan de hand van jouw beschrijving hem na te tekenen. Klopt het een beetje?


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide


Wie heeft er nog vragen????
Kon je alles zeggen wat je wilde? 

Slide 13 - Slide

  • SO voca+ phrases partie B + Référence                           
  • Préparez l'ex 26b  Zoek een plaatje op van een kunstwerk.  Zoek op wie het gemaakt heeft en wanneer. Je gaat volgende les je eigen kunstwerk beschrijven  in duo's.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide