Werkwoordspelling oefenen

Werkwoordspelling oefenen
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Werkwoordspelling oefenen

Slide 1 - Slide

Hij bie... je excuses aan.
A
bied
B
biet
C
biedt

Slide 2 - Quiz

Marten reageer... mij te rustig.
A
reageert
B
reageerdt
C
reageerd

Slide 3 - Quiz

Berei.. Marcella zich goed voor?
A
bereid
B
bereidt
C
bereit

Slide 4 - Quiz

Ik denk dat jij goed meespeel...
A
meespeelt
B
meespeeld

Slide 5 - Quiz

De student beleef.. de week van zijn leven.
A
beleeft
B
beleefd

Slide 6 - Quiz

De ober snee... het gebak in stukjes.
A
sneedt
B
sneed
C
sneet

Slide 7 - Quiz

Vorige week star...(starten) de auto niet.
A
starte
B
startte

Slide 8 - Quiz

U bereken.... dat door middel van een formule in excel.
A
berekent
B
berekend
C
berekendt

Slide 9 - Quiz

Ik vin... dat best lastig.
A
vint
B
vind
C
vindt

Slide 10 - Quiz

Wij (planten) deze boom vorige week.
A
planten
B
plantten

Slide 11 - Quiz


A

Slide 12 - Quiz