Les 6 ID - Opzetten document 2 - Alineastijlen aanmaken

Grafische vormgeving 
Opzetten van een uitgebreid document
Alineastijlen 
Layout met
InDesign
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Grafische VormgevingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grafische vormgeving 
Opzetten van een uitgebreid document
Alineastijlen 
Layout met
InDesign

Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze les..
Weet je
  • Wat een Alineastijl is.
  • Weet je waar een Alineastijl voor dient.

Kan je
  • Een uitgebreid document opzetten
  • Alineastijlen maken

Slide 2 - Slide


Welk van onderstaande beweringen over straminepagina's is onjuist?
A
Paginanummers plaats je op een Stramienpagina.
B
Een Stramienpagina gebruik je als sjabloon voor je layout.
C
Je maakt één Stramienpagina per bestand aan.
D
Je gebruik een Stramienpagina niet voor een inhoudsopgave.

Slide 3 - Quiz

Deze les ga je
  1. Aan de slag met Alineastijlen voor  opdracht 1
  2. Werken aan opdracht 3 - het maken van je handleiding
  3. en/of werken aan de bonus opdracht

Slide 4 - Slide

Alinea stijlen maken in InDesign
Een Alineastijl gebruik je om je tekst op te maken. Lettertypes, lettergrootte, letterkleur, etc.

Zonder verschillende alineastijlen kan je geen inhoudsopgave maken in InDesign

Slide 5 - Slide

Alinea stijlen maken in InDesign
Bekijk de instructievideo en pas het geleerde toe in je eigen document.

Slide 6 - Slide

Hieronder zie je het menu van InDesign. 
Sleep de juiste handelingen naar de juiste plaats op het menu.
Aanpassen van een kader
Aanpassen van de kantlijnen
Alineastijlen maken

Slide 7 - Drag question

Ben jij al aan de slag met de bonusopdracht?

Slide 8 - Slide

Maak je eigen handleiding
Ga verder met het maken van je handleiding.
Ben je nog niet klaar met de handelingen van afgelopen lessen? Doe die dan eerst.

Slide 9 - Slide

Bekijk de les van vandaag en voeg onderstaande toe aan je eigen handleiding
Beschrijf voor een Alineastijl:
  1. waar hij voor dient
  2. hoe je hem maakt
  3. hoe je hem toepast

Slide 10 - Slide