parler de ses vacances

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide



onderwerp

alle ww

rest vd zin
je suis resté(e) chez moi

il est parti en France

nous avons pris l'avion

j'ai fait de la natation

je suis allé(e) avec mes amis

Slide 2 - Slide

ik ben naar Spanje gegaan
A
je suis en Espagne
B
je suis allée en Espagne
C
je vais en Espagne

Slide 3 - Quiz

we zijn met de auto gegaan
A
on est parti en avion
B
on est allé en voiture
C
on va en avion
D
on va en voiture

Slide 4 - Quiz

Dit kun je vertellen over tes vacances:
- tu es allé(e) en vacances                (à la mer, en France, aux Etats-Unis, en ville)  

- avec qui tu es allé(e) en vacances    (avec mes parents, mes amis/copains, ma soeur, mon frère)

- quand tu es parti(e)                                 (en juin, juillet, en aout, cet été, l'année dernière)

- combien de temps tu es parti(e)       (quinze jours, une semaine, trois semaines, un weekend)

- comment tu as voyagé                           (en train, en voiture, en avion, à vélo)

- activités                                                       (fait une promenade à cheval, fait du vélo, visité la région)

Slide 5 - Slide

laat zien wat je al
kunt vertellen (en français) over
'tes vacances'?

Slide 6 - Mind map

je suis allé(e) à la .............................

Slide 7 - Slide

on a été...... 
àu camp....
à la ... / .....
en v....

Slide 8 - Slide

Avec qui?
Quelle destination?



Je suis allé......
Je suis parti avec........
(gebruik de info van het formulier hiernaast)
Noteer je antwoorden op het werkblad 'souvenirs de mes vacances'

Slide 9 - Slide

Lees goed hoe je de landennamen gebruikt. 

Je suis parti(e) / allé(e)  
aux Pays-Bas
aux Etats-Unis
Je suis parti(e) / allé(e)
en France
en Angleterre
en Allemagne
en Espagne
en Italie                            
en Suisse
en Suède
Je suis parti(e) / allé(e)
au Portugal - Japon - Canada - Maroc
à + plaatsnaam
à Paris
à Barcelone

Slide 10 - Slide

Schrijf op het werkblad met wie (avec qui) en waar (où) je naartoe gegaan bent! Of verzin zomaar iets;)

Slide 11 - Open question

Als de naam van een land eindigt op E dan gebruik je ..... om in/naar te zeggen:
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 12 - Quiz

Ik ben naar Frankrijk geweest/gegaan =

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je 'ik ben naar Engeland gegaan'?
A
je vais en Angleterre
B
je suis allé en Angleterre
C
je aller à la Angleterre
D
j'ai été en Angleterre

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je 'ik heb genomen het vliegtuig'?

- j'ai ...............................

Slide 15 - Open question

Zeg 'ik ben gebleven twee weken'

Slide 16 - Open question

woorden die met 'la durée' te maken hebben
1 week = 
2 weken = 
5 dagen =
1 maand =
een jaar =

Slide 17 - Slide

nu uit je hoofd:
Franse woorden die met
'la durée = hoe lang'
te maken hebben

Slide 18 - Mind map

aantekening  -->               tu es allé quand?
je suis allé(e)......
cet été = van de zomer
en juillet = in juli
en aout = in augustus
l'année passé/dernière = vorig jaar
la semaine passée/dernière = vorige week
il y a 2 mois = twee maanden geleden

Slide 19 - Slide

Welk antwoorden passen bij de vraag?

Tu es allé QUAND?
A
en voiture
B
il y a six jours
C
l'année dernière
D
en hiver

Slide 20 - Quiz

een maand geleden ben ik gegaan...
A
il y a un mois, je suis été
B
il y a un mois, je suis allé

Slide 21 - Quiz

afgelopen zomer=

Slide 22 - Mind map

in juli
A
en juilee
B
au juillet
C
en juillet
D
au juilee

Slide 23 - Quiz

voca -->   hoe ga je....?
en voiture
en train
en avion
en bateau
en vélo
à pied

Slide 24 - Slide

Noem 'moyens de transports'

begin met EN of À

Slide 25 - Mind map

we zijn met de auto gegaan
A
on est allé en bateau
B
nous sommes allés en voiture
C
vous êtes allés en bateau
D
vous êtes allés en voiture

Slide 26 - Quiz

des activités
j'ai nagé à la mer - j'ai fait de la natation dans une piscine
j'ai visité Perpignan
j'ai fait du canyoning
j'ai fait du bateau
j'ai été à la plage
nous avons fait du camping
j'ai fait du shopping à Lyon

Slide 27 - Slide

Vul nu het werkblad helemaal, in het Frans
'souvenirs de mes vacances'

Slide 28 - Slide