Breuken

BREUKEN
1 / 46
next
Slide 1: Slide
WiskundeLager onderwijs

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

BREUKEN

Slide 1 - Slide

Wat is een breuk?
Wat is een breuk?
De teller verteld je hoeveel delen je moet nemen.
De breukstreep is een andere schrijfwijze voor 'gedeeld door'.
De noemer zegt in hoeveel gelijke delen het geheel verdeeld is.

Slide 2 - Slide

OPDRACHT
De leerkracht verdeelt jullie in kleine groepjes.
Bekijk de kaartjes die de leerkracht toont.
Bespreek met je groepje wat jullie antwoord is.
Steek jullie hand omhoog als jullie je antwoord willen zeggen.

Slide 3 - Slide

Even herhalen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

OPDRACHT 
Maak de Bookwidget.
Heb je vragen, steek je hand omhoog.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

OPDRACHT
Een stapje verder....
Maak de Bookwidget

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Slide

21en84

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
2/6
B
2/3
C
2/8
D
1/2

Slide 14 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
3/4
B
1/2
C
3/7
D
1/3

Slide 15 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/2?
A
4/8
B
26/50
C
9/14
D
10/12

Slide 16 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/5?
A
5/15
B
6/12
C
3/15
D
20/25

Slide 17 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/3?
A
5/15
B
2/9
C
3/15
D
20/25

Slide 18 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/5?
Er zijn meerder antwoorden mogelijk!
A
5/15
B
2/10
C
3/15
D
20/100

Slide 19 - Quiz

µ



hebben dezelfde noemer

1/3 en 2/3
4/15  en 11/15

noemer behouden
teller optellen/ aftrekken
4



hebben niet dezelfde noemer

1/3 en 2/5 
9/15 en 6/17

eerst gelijknamig maken
daarna teller optellen/aftrekken


gelijknamige breuken
ongelijknamige breuken

Slide 20 - Slide

gelijknamig maken

Slide 21 - Slide

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+51=53
De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 
Hier verandert niks aan.

Slide 22 - Slide

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+61=
De noemers zijn niet gelijk, je moet de breuken gelijknamig maken.

Slide 23 - Slide

Even oefenen met gelijknamige breuken optellen......

Slide 24 - Slide

3/7 + 2/7 =

Slide 25 - Open question

3/7 + 4/7 =

Slide 26 - Open question

3/7 + 6/7 =

Slide 27 - Open question

Even oefenen met gelijknamige breuken aftrekken......

Slide 28 - Slide

3/7 - 2/7 =

Slide 29 - Open question

12/7 - 5/7 =

Slide 30 - Open question

12/7 - 2/7 =

Slide 31 - Open question

Even oefenen met ongelijknamige breuken optellen......

Slide 32 - Slide

1/6 + 2/3 =

Slide 33 - Open question

2/6 + 2/3 =

Slide 34 - Open question

5/6 + 2/3 =

Slide 35 - Open question

Even oefenen met ongelijknamige breuken aftrekken......

Slide 36 - Slide

2/3 - 1/6 =

Slide 37 - Open question

4/3 - 2/6 =

Slide 38 - Open question

5/3 - 2/6 =

Slide 39 - Open question

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

A
3/10
B
3/5
C
3/25
D
4/5

Slide 40 - Quiz

hoeveel is 2/9 + 4/9?
A
4/7
B
6/18
C
6/9
D
8/9

Slide 41 - Quiz

Hoeveel is 4/6 + 2/6?
A
1/6
B
6/12
C
5/6
D
1

Slide 42 - Quiz

Hoeveel is 3/8 + 1/8?
A
1/2
B
4/16
C
7/8
D
4/8

Slide 43 - Quiz

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

wat is 2/9 + 4/18 ? (denk aan het verkleinen van breuken)
A
94
B
188
C
32
D
3616

Slide 45 - Quiz

Denk je dat je nu weet hoe je breuken moet optellen?
A
nee
B
alleen gelijknamige breuken
C
ik kan het bijna
D
ja

Slide 46 - Quiz