chap 6, vwo 2

Chapitre 6 Bron C
GRAMMAIRE
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Chapitre 6 Bron C
GRAMMAIRE

Slide 1 - Slide

Het vraagwoord quel

Quel = welk(e)/wat

Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort.

Quel est ton plat (m) préféré?

Quelle est ta matière (v) préférée?

Quels sont tes pays (mv m) préférés?

Quelles sont tes villes (mv v) préférées?


Slide 2 - Slide

Wat of Welke?
        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat
Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?
Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?
Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?
                  In alle andere gevallen betekent het welk(e).
Quel livre tu préfères?     Welk boek heb jij het liefst?
Quelle maison est la plus belle?  Welk huis is het mooist?

Slide 3 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?
Log in met de code en doe mee met de quiz!

Slide 4 - Slide

Le sport
A
quels
B
quelle
C
quel
D
quelles

Slide 5 - Quiz

Les matières (v)
A
quel
B
quelles
C
quels
D
quelle

Slide 6 - Quiz

La classe
A
quel
B
quels
C
quelles
D
quelle

Slide 7 - Quiz


............... est ton jean préféré?

A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle

Slide 8 - Quiz

......... sont tes matières préférées?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 9 - Quiz

........est le pays le plus peuplé du monde?
A
quels
B
quelle
C
quel
D
quelles

Slide 10 - Quiz

Kloktijden
Kijk op blz. 158 van je boek!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

1. Het is 5 uur

Slide 17 - Open question


2. Het is 12 uur 's nachts

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

1. Het is kwart over 7

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

1. Het is half 11

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


1. Het is kwart voor 8.

Slide 27 - Open question

C'est la fin🏁
.

Slide 28 - Slide