BS 14.1: Een constant inwendig milieu

BS 14.1: Een constant inwendig milieu
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 14.1: Een constant inwendig milieu

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg BS 14.1
  3. Opdrachten maken
  4. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd

Slide 3 - Slide

Waarbij hoort poep?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu

Slide 4 - Quiz

Uitwendig - inwendig
Uitwendig: alles wat in 'contact' staat met de buitenlucht. 
  • Hierbij zijn schimmels, bacteriën en virussen aanwezig.
  • Bescherming hiertegen door huid, maagzuur en slijmvliezen

Inwendig: weefselvloeistof en bloedplasma

Slide 5 - Slide

Inwendig milieu
Weefselvloeistof en bloedplasma
  • Constant houden van de samenstelling van het inwendige milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
  • Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierin een belangrijke rol


Slide 6 - Slide

Welk orgaan doet aan uitscheiding?
A
Spieren
B
Dunne darm
C
Nieren
D
Geel beenmerg

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Opname
Een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen, doordat regelmatig stoffen worden opgenomen uit het uitwendige milieu
Bijvoorbeeld:
  • Darmkanaal: opname voedingsstoffen
  • Longen: opname van zuurstof

 

Slide 9 - Slide

Opslag
Stoffen waarvan een teveel aanwezig is in het inwendige milieu, worden in bepaalde organen opgeslagen
  • In lever: glucose, mineralen, vitamines
  • In spieren: glucose (wordt omgezet in glycogeen)
  • Onder de huid: vet 
  • In geel beenmerg (lange beenderen): vet

Slide 10 - Slide

Uitscheiding
Overtollige en/of schadelijke stoffen worden aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd

  • Nieren: water en afvalstoffen
  • Lever: afvalstoffen
  • Longen: koolstofdioxide

Slide 11 - Slide

Opdrachten maken
BS 14.1: opdrachten 1, 2, 4, 5, 7

Slide 12 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  1. Wat is het verschil tussen inwendig en uitwendig milieu?
  2. Welke twee onderdelen vallen onder inwendig milieu?
  3. Welke drie processen zorgen voor het constant houden van een inwendig milieu?
  4. Noem voorbeelden bij elk proces.

Slide 13 - Slide