Vocabulary Unit 4

Hi everyone!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Hi everyone!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1. Ga nu naar www.lessonup.app op je mobiel
2. Voer de code in
3. Vul je naam & achternaam in

Slide 3 - Slide

Waar zouden we zijn zonder uitvindingen?

Slide 4 - Slide

Welke Engelse woorden die te maken hebben met het onderwerp 'inventions' (=uitvindingen) ken je al? Vul deze hier in.

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide




Vandaag gaan we een aantal woorden van Unit 4 (inventions) nog eens oefenen met LessonUp.

Slide 7 - Slide

Op de volgende 5 slides krijg je de vraag wat het woord in de zin betekent.

Kies binnen 20 seconden op je mobiel het juiste antwoord 
(A, B, C of D)

Slide 8 - Slide

Some inventions happened by accident. the word ACCIDENT means:
A
ongeluk
B
opzet
C
opladen
D
namaken

Slide 9 - Quiz

The glass broke during the experiment. The word BROKE means:
A
smolt
B
explodeerde
C
viel
D
brak

Slide 10 - Quiz

Thomas Edison was a very famous inventor. The word INVENTOR means:
A
producent
B
uitvinder
C
atleet
D
politicus

Slide 11 - Quiz

My phone is almost dead, I need to charge it! The word CHARGE means:
A
inpluggen
B
weggooien
C
opladen
D
repareren

Slide 12 - Quiz

That product is very poorly designed. The word DESIGN means
A
ontwerpen
B
gefilmd
C
verkocht
D
gerepareerd

Slide 13 - Quiz

Sleep op de volgende slide de vertaling naar CORRECT als deze juist is en naar WRONG als de vertaling fout is.

Slide 14 - Slide

CORRECT
WRONG
Accident= haakje
Picture = foto
Desk = dak
Break = breken
At least = ten minste
Angry = boos
Plug in = opladen

Slide 15 - Drag question

Op de volgende drie slides krijg je een woord en twee afbeeldingen te zien 

Selecteer de afbeelding die bij het woord hoort. 

Slide 16 - Slide

Stick - stuck
A
B

Slide 17 - Quiz

Clear
A
B

Slide 18 - Quiz

Copy
A
B

Slide 19 - Quiz

3 gouden tips!
  1. Leer niet alle woordjes in één keer.
  2. Schrijf moeilijke woorden op en herhaal ze elke dag een keer.
  3. Koppel het woord aan een afbeelding.

Slide 20 - Slide

Wat vonden jullie van deze oefening?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Thank you for your attention and good luck!

Slide 22 - Slide