Compositie en Vorm (Even Voorstellen)

Begrippen Quiz
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begrippen Quiz

Slide 1 - Slide

Weet jij ze nog?
20 vragen over beeldaspecten
  •  compositie
  • vorm
Winnaar krijgt iets lekkers!

Slide 2 - Slide

Vraag 1. wat is een compositie?
A
Allemaal voorwerpen op een tafel.
B
Een schilderij of een foto.
C
Een ruimtelijk beeld.
D
De manier waarop voorwerpen, vormen, kleuren en lijnen in een kunstwerk zijn neergezet.

Slide 3 - Quiz

Vraag 2. Wat is dit voor compositie?
A
Centrale compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Cirkelvormige compositie

Slide 4 - Quiz

Vraag 3. Wat is dit voor compositie?
A
Centraal compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Driehoeks compositie

Slide 5 - Quiz

Vraag 4. Wat voor compositie is dit?
A
Centrale compositie
B
Overall compositie
C
Cirkelvormige compositie
D
Diagonale compositie

Slide 6 - Quiz

Vraag 5. Wat voor compositie is dit?
A
Overall compositie
B
Centrale compositie
C
Horizontale compositie
D
Verticale compositie

Slide 7 - Quiz

Vraag 6. Sleep het juiste begrip naar de juist compositie 
Centraal
Symmetrisch
Asymmetrisch
Verticaal

Slide 8 - Drag question

Vraag 7 . Wat is
dit voor compositie?
A
Overall compositie
B
Centrale compositie
C
Cirkelvormige compositie
D
Driehoeks compositie

Slide 9 - Quiz


Vraag 8. Is dit een centrale compositie?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Vraag 9. Welk begrip hoort bij de juiste compositie?
Verticale compositie
Horizontale compositie
Symmetrische compositie
Assymetrische compositie
Overall compositie
Links naar rechts
Gelijk
Niet gelijk
Chaos
Boven naar beneden

Slide 11 - Drag question

Vraag 10. Compositie is het eerste wat een kunstenaar gebruikt om zijn kunstwerk te maken
Waar
Niet waar

Slide 12 - Poll

Vraag 11. Wat zijn organische vormen in de beeldende kunst?
A
Hoekige vormen
B
Ronde vormen
C
Natuurlijke vormen
D
Hart, lever, nier vormen

Slide 13 - Quiz

Vraag 12. De afbeelding heeft met name
A
organische vormen
B
wiskundige vormen
C
geometrische vormen

Slide 14 - Quiz

Vraag 13. Wat is een belangrijk kenmerk van de geometrische vorm?
A
Alles is rond
B
Met een passer gemaakt
C
Alles is hoekig
D
Gebaseerd op natuurlijke vormen

Slide 15 - Quiz

Vraag 14. Wat voor soort vorm heeft deze vlinder?
A
Organische vorm
B
Geometrische vorm

Slide 16 - Quiz

Vraag 17. Wat is een contourlijn?
A
Een dunne lijn die je helpt bij de tekening.
B
Een omtreklijn die de buitenkant van een vorm aangeeft.
C
Een lijn die alle details van een vorm laat zien.
D
Een snelle lijn waarmee je laat zien wat het is.

Slide 17 - Quiz

Vraag 16. In welke afbeelding zie je geometrische vormen?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Vraag 17. Deze letter heeft een .. vorm
A
Open vorm
B
Gesloten vorm

Slide 19 - Quiz

Vraag 18. Er zijn eindeloos veel vormcontrasten, bijvoorbeeld: rond-hoekig, organisch-geometrisch, open-gesloten, symmetrisch-asymmetrisch
A
Niet waar
B
Waar

Slide 20 - Quiz

Vraag 19. Waar hoort de afbeelding bij?
Geometrisch
Organisch

Slide 21 - Drag question

Vraag 20. De rand om dit werk noem je een:
A
B
C
Lijst
D
Kader

Slide 22 - Quiz

Wat vond je van deze begrippen quiz?
Makkelijk
Gemiddeld
Moeilijk

Slide 23 - Poll

Einde

Slide 24 - Slide