Lezen L22 KM

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

• Leesboek
• Lesboek
• Schrift en pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Herhaling
• Opdracht maken
• Planner toetsweek maken
• Numo
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Ik heb de leesstof van eerder dit jaar herhaald.
•  Ik weet wat deelonderwerpen zijn.

Onderwerp

Hoe vind je het onderwerp van een tekst:

1. Lees de tekst oriënterend.
2. Vraag: waar gaat deze tekst over?

3. Gebruik nooit een hele zin. 

Oriënterend lezen

Bekijk de tekst:

- Lees de titel.

- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.

- Lees de tussenkopjes.

- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.

- Let op woorden die vaker gebruikt worden.

- Lees de eerste alinea

Precies lezen en hoofdgedachte

Bepaal het onderwerp.

- Lees de tekst precies.

- Begin of eind --> hoofdgedachte?

- Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Tekstdoelen en tekstsoorten

Tekstdoel	de schrijver wil	tekstsoorten
informeren	dat je iets te weten komt	nieuwsbericht, schoolboek, verslag
instrueren	datje leert hoe je iets moet doen	gebruiksaanwijzing, spelregels
overtuigen	dat je zijn mening overneemt	bespreking van een boek of film

Inleiding

• Eerste deel
• Je maakt kennis met het onderwerp
• Vaak met voorbeeld of grappig verhaaltje 

Middenstuk

• Grootste deel
• Meeste informatie
• Meerdere alinea's

Slot

• Laatste deel
• Belangrijkste herhaald
• Let op: nieuwsberichten hebben vaak geen slot

Deelonderwerpen

• Het middenstuk is vaak verdeeld in alinea's
• In het middenstuk worden deelonderwerpen behandeld
• Lees de tekst globaal: eerste en laatste zin van elke alinea

Nakijken:
opdracht 4 en 5 op blz. 39

Deelonderwerpen herkennen

1. Lees de tekst door.
2. Maak een woordweb van de tekst. Zet je onderwerp in het midden en teken de deelonderwerpen eromheen.
3. Geef daarna antwoord op de volgende vragen:
   - Wat is de hoofdgedachte?
   - Wat is de tekstsoort?
   - Wat is het tekstdoel?
4. Klaar? Begin aan opdracht 1 en 2 op blz. 41

Toetsweek

Samenwerken

• Je mag zachtjes overleggen.
• Vul je toetsweek planner in. Tip: begin bij het opschrijven van de leerstof en/of oefenstof
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• Klaar? Begin aan opdracht 1 en 2 op blz. 41 of werk in Numo

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Vul je toetsweek planner in. Tip: begin bij het opschrijven van de leerstof en/of oefenstof
• Heb je vragen? Sla de opdracht even over.
  
  
  
• Klaar? Begin aan opdracht 1 en 2 op blz. 41 of werk in Numo
  
  

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Maak opdracht 1 en 2 vanaf blz. 41
• Heb je vragen? Sla de opdracht even over.
  
  
  
• Klaar? Werk in Numo aan een onderdeel naar keuze.
  
  

Samenwerken

• Je mag zachtjes overleggen.
• Maak opdracht 1 en 2 vanaf blz. 41
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• Klaar? Werk in Numo aan een onderdeel naar keuze.

Huiswerk

Datum:

dinsdag 11 juni

Maken:

• Maak opdracht 1 t/m 4 vanaf blz. 32

Lesdoelen

• Ik weet wat ik moet leren voor de toets.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!