Chromosomen

Welkom!
Vandaag: 
Huiswerk bespreken, bladzijde 102
Herhalingsvragen
Uitleg over paragraaf 5.2, chromosomen, bladzijde 108
Opdrachten maken paragraaf 5.2

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag: 
Huiswerk bespreken, bladzijde 102
Herhalingsvragen
Uitleg over paragraaf 5.2, chromosomen, bladzijde 108
Opdrachten maken paragraaf 5.2

Slide 1 - Slide

Is het genotype of fenotype veranderd?

Slide 2 - Open question

Iemand heeft door straling huidkanker gekregen. Is je genotype of fenotype veranderd?

Slide 3 - Open question

Een stuifmeelkorrel (geslachtscel) van een boom heeft 64 chromosomen. Hoeveel chromosomen hebben de lichaamscellen?

Slide 4 - Open question

Wat veranderd er meer door je leven?
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 5 - Quiz

Wat gaan we leren?
Vandaag gaan we leren:
Hoe jouw DNA door 50% van je ouders word bepaald. 
Hoe het geslacht door chromosomen word bepaald. 
Hoe door geslachtelijke voortplanten elk kind anders is. 

Slide 6 - Slide

Cel -> DNA
Een lichaamscel heeft een celkern, in deze celkern zitten 46 chromosomen, dit zijn lange sliertjes die bestaat uit al je DNA. Hierop staat al je erfelijke informatie, je genotype. Een gen is een stukje DNA dat iets zegt over één eigenschap. 

Slide 7 - Slide

Chromsomen
Elke lichaamscel van een mens heeft 46 chromosomen. Deze komen in paren voor. Deze paren hebben dezelfde genen maar andere varianten erop. Daarnaast heb je je geslachtschromosomen, hierdoor word bepaald welk geslacht je hebt. 

Slide 8 - Slide

Geslachtscellen
Uit lichaamscellen kunnen geslachtscellen ontstaan. Deze spelen een rol in voortplanting. Het delen van een cel tot een geslachtscel heet meiose

Doordat het verschilt welk chromosoom word meegenomen, krijg je variatie in genotype

Slide 9 - Slide

Varianten van genen

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Ga de opdrachten maken van paragraaf 5.2 op bladzijde 111. Samenhang en samenvatting hoeft niet, de plusopdracht wel. 

Slide 11 - Slide

Een menselijke cel heeft 23 chromosomen, dit is een...
A
Lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 12 - Quiz

Waardoor word het geslacht van een kind bepaald?
A
Zaadcel
B
Eicel
C
Zaadcel & eicel
D
Geen van beide

Slide 13 - Quiz

De chromosomen van hetzelfde paar hebben wel dezelfde genen, maar andere varianten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz