2. Luchtdruk en gasdruk

2. Luchtdruk en gasdruk
Ga rustig zitten op je plek
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis
Pak je boek en pen op tafel
Ga op de iPad in LessonUp
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2. Luchtdruk en gasdruk
Ga rustig zitten op je plek
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis
Pak je boek en pen op tafel
Ga op de iPad in LessonUp

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Het deeltjesmodel - hoe gedragen moleculen zich in een stof?

Hoe sneller moleculen bewegen, hoe hoger de temperatuur is én hoe verder ze van elkaar af gaan.

Bewegende moleculen botsen met elkaar.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Botsende moleculen
Bekijk wat er gebeurt op het scherm als er energie (warmte) wordt toegevoegd aan de deeltjes.

Wat gebeurt er met het aantal botsingen dat er plaatsvindt?
Wat gebeurt er met de druk in de afgesloten ruimte?

Slide 3 - Slide

Dit gaan we leren:
Je kunt uitleggen hoe luchtdruk ontstaat.

Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met gasdruk in een afgesloten ruimte.

Je kunt beschrijven met wat voor instrumenten je luchtdruk en gasdruk kan meten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Druk betekent (heel kort door de bocht) dat ergens kracht op wordt uitgeoefend.

Moleculen die botsen tegen de wanden van een vat, oefenen druk uit op het vat. Meer botsingen = meer druk.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Luchtdruk
Luchtdruk meten we in de eenheid Pascal.
1 Pascal betekent: op 1 vierkante meter drukt een massa van 100 gram.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Als je dan van een kolom van 1 vierkante meter weegt hoe zwaar al die luchtdeeltjes bij elkaar zijn, weet je de luchtdruk op het aardoppervlak.

Hoe zwaar zou zo'n kolom lucht zijn?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is 101 300 Pascal.

Dat is 10 000 kg lucht per vierkante meter!

Luchtdeeltjes oefenen dus best wel wat druk op ons uit.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Op een hoge berg is de luchtdruk lager dan op zeeniveau. Leg uit waarom dat zo is.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Throwback naar klas 1 aardrijkskunde: hoe ontstaat neerslag?
1. Lucht die warm is, stijgt op.
2. Lucht die heel hoog komt, koelt af.
3. Koude lucht kan minder waterdamp vasthouden dan warme lucht, dus waterdamp verandert in waterdruppels.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

In een gebied waar lucht opstijgt, blijven aan de grond minder luchtdeeltje over. Daar is dan een lage druk. Je kan daar neerslag verwachten.

Bij een hoge druk zijn er veel luchtdeeltjes en is het droog.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoog de luchtdruk is, kan je meter met een barometer.

Hoe meer druk de luchtdeeltjes op de barometer zetten, hoe hoger het pijltje gaat. Je kan dan op basis van luchtdruk het weer voorspellen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat kan je bij deze barometer zeggen over het weer? Het wordt...
A
Warm
B
Koud
C
Droog
D
Nat

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In een afgesloten ruimte (zoals een band) spreken we over gasdruk.

Hoe meer botsingen met de wanden, hoe hoger de druk.

Op welke manieren kan je de druk in een afgesloten ruimte verhogen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Er komen meer botsingen als:
- Je meer deeltjes toevoegt (lucht in de band pompen)
- Je de temperatuur verhoogt (de band in de zon zetten)
- Je de ruimte kleiner maakt (de band krimpen)
Je meet gasdruk met een manometer.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dit hebben we geleerd:
...hoe luchtdruk ontstaat door het gewicht van luchtdeeltjes.

...wat er wordt bedoeld met gasdruk in een afgesloten ruimte.

...met wat voor instrumenten je luchtdruk en gasdruk kan meten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Praktisch onderdeel: barometer
Je maakt: een barometer met behulp van een potje, een ballon en een rietje.
Je doet: in de komende weken een paar keer een 'weersvoorspelling' op basis van jouw barometer.
Je levert in: een verslagje met foto's van jouw barometer op verschillende momenten, met daarbij uitleg over wat voor weer het wordt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak: je barometer.
Maak daarna: paragraaf 2.2, 1 t/m 3, 5 en 6.
Doel: herhalen van de nieuw geleerde begrippen, uitleggen wat luchtdruk met het weer te maken heeft.
Hoe: in je boek, gebruik de theorie als je vragen hebt.
Met wie: je mag rustig samenwerken met je buur.
Tot: einde les.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions